Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
Uit de door u overgelegde stukken blijkt dat u vanaf 2014 te maken heeft met een dalende trend in uw omzet. Tevens blijkt dat u te maken heeft met het vertrek van enkele werknemers wat tot een verdere omzetdaling en verlies van kennis in uw onderneming heeft geleid. Er zijn geen aanwijzingen dat er in de komende periode een einde komt aan de dalende trend in uw omzet. Gezien de gedaalde omzet en de aanhoudend dalende trend in uw omzet vinden wij het aannemelijk dat er binnen uw onderneming onvoldoende werk is voor uw werknemers waardoor er arbeidsplaatsen komen te vervallen. (…) Op grond van deze overwegingen zijn wij van mening dat u aannemelijk heeft gemaakt dat het vanwege bedrijfseconomische omstandigheden noodzakelijk is dat arbeidsplaatsen structureel komen te vervallen.
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling). Op grond van artikel 7:671 b BW in verbinding met artikel 7:671 a lid 5 en 7 BW dient de kantonrechter het verzoek eveneens aan de regels van de Ontslagregeling te toetsen. De kantonrechter dient de zaak daarbij opnieuw en in volle omvang te beoordelen op basis van de wet en hetgeen door partijen is aangevoerd.
6.Beslissing
7 september 2016 te 10.00 uurzal dienen uit te laten of hij dit bewijs kan bijbrengen en, indien dit door getuigen zal geschieden, welk aantal getuigen zij (op een nader door de kantonrechter te bepalen datum en tijdstip) wil laten horen, onder opgave van de namen en woonplaatsen van de getuigen en onder opgave van de verhinderdata van de getuigen, beide partijen en hun gemachtigden; indien partijen dit wensen kunnen ter gelegenheid van dit getuigenverhoor tevens eventuele getuigen van de werknemer in het kader van de contra-enquête worden gehoord;