ECLI:NL:RBDHA:2016:16927
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van arbeidsovereenkomst op basis van bedrijfseconomische redenen en toepassing van het afspiegelingsbeginsel
In deze zaak heeft de werkgever, Tri-Ennium B.V., verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer op basis van bedrijfseconomische redenen, nadat het UWV toestemming had geweigerd. De kantonrechter heeft in deze procedure de vraag beoordeeld of er sprake was van uitwisselbare functies en of het afspiegelingsbeginsel correct was toegepast. De werkgever stelde dat de werknemer, die als Senior System Engineer werkte, niet in aanmerking kwam voor afspiegeling omdat hij niet een uitwisselbare functie vervulde. De kantonrechter heeft echter vastgesteld dat de werkgever niet in staat was om te bewijzen dat de werknemer niet in een uitwisselbare functie werkzaam was. De kantonrechter heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden ten tijde van de aanvraag van toestemming om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, en geconcludeerd dat de werknemer en de betrokkene in dezelfde functie werkzaam waren bij Transavia. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de werkgever ten onrechte de betrokkene niet in de afspiegeling heeft betrokken, wat leidde tot de conclusie dat er geen redelijke grond was voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Het verzoek van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden is dan ook afgewezen. De werkgever is veroordeeld in de proceskosten van de werknemer.