In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, vorderen eisers de Notaris om binnen twee werkdagen na het uitspreken van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan het passeren van de akte tot zuivere splitsing van de besloten vennootschap [X B.V.]. De zaak betreft een juridische zuivere splitsing in de zin van artikel 2:334a BW. De eisers, waaronder [eiseres sub 1], [eiseres sub 2] en [eiser sub 3], hebben op 28 december 2015 unaniem besloten tot deze splitsing. De Notaris heeft echter geweigerd om de akte te passeren, omdat hij twijfels had over de communicatie en afspraken tussen de betrokken partijen, en vreesde dat de blooteigenaren benadeeld zouden worden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat aan alle wettelijke vereisten voor de splitsing is voldaan en dat de Notaris gehouden is om de splitsingsakte te verlijden. De rechter oordeelt dat de vorderingen van de eisers gegrond zijn en dat de Notaris binnen een week na het vonnis moet meewerken aan het passeren van de akte, op straffe van een dwangsom. De vorderingen van de tussenkomende partij [A] zijn afgewezen, omdat hij niet als wederpartij kan worden aangemerkt in de zin van de relevante wetgeving. De Notaris en [A] worden veroordeeld in de proceskosten.