3.3.Ter onderbouwing daarvan heeft de werkgever in het verzoekschrift een opsomming gegeven van de gedragingen die de werknemer in de loop der tijd zijn verweten, welke gedragingen in gesprekken aan de orde zijn geweest en waarvoor vervolgens een (waarschuwings)brief is gestuurd. Hetgeen de werkgever heeft aangevoerd wordt als volgt samengevat:
- brief van 18 februari 2010. Hierin wordt onder meer melding gemaakt van een onterecht gebruik van de nooddeur en het negeren van instructies hierover en het niet opvolgen van redelijke instructies of opdrachten. Het intern geldende sanctiebeleid wordt als bijlage meegestuurd.
- brief van 20 oktober 2011. Aan de werknemer wordt onder meer verweten: grof taalgebruik, teveel tijd besteed aan persoonlijke verzorging, het onnodig van het werk houden van collega’s, het gevaarlijk manoeuvreren met de heftruck, schelden en tieren/niet normaal reageren op een redelijke opdracht, het maken van fouten. De werkgever wijst er daarbij op dat de werknemer ook vóór 2010 al vaker is gewaarschuwd en aangesproken op zijn gedrag en dat een eerste officiële waarschuwing in mei 2005 is gegeven.
- brief van 9 december 2011. Hierin wordt de werknemer gewaarschuwd dat hij zich moet houden aan werktijden en aan het voorschrift dat beschermend schoeisel moet worden gedragen.
- brieven van 23 januari en 2 februari 2012. In deze brieven wordt een officiële waarschuwing bevestigd omdat de werknemer op 10 januari 2012 ongeoorloofd afwezig is geweest. Er wordt een boetemaatregel van inhouding van een halve dag loon opgelegd. Aangekondigd wordt dat eventueel ontslag kan volgen, ondanks dat er sprake is van een langdurig dienstverband.
- brief van 7 februari 2013. Hierin wordt bevestigd dat de werknemer is aangesproken op het ten onrechte niet fifo (first in first out) verladen van een partij goederen. Daardoor klopt de houdbaarheidsdatum van de voorraad niet meer. Bij deze brief is opnieuw het interne sanctiebeleid van de werkgever meegezonden en wordt aangekondigd dat de werkgever de werknemer gaat overplaatsen en dat gezocht wordt naar een plaats op een andere afdeling met een functie die lager is ingeschaald. Tevens wordt er opnieuw een boetemaatregel toegepast.
- brief van 17 oktober 2013. In deze brief wordt bevestigd dat er een corrigerend gesprek is gevoerd met de werknemer. Meer in het bijzonder is hij aangesproken op het niet juist verladen van een partij goederen op 2 oktober 2013 (te hoge temperaturen; relatie met klant op het spel gezet), op te veel gezellige praatjes
met collega’s (houdt mensen te lang van het werk af), het te veel tijd besteden aan persoonlijke verzorging en het afraffelen van werkzaamheden en daarmee
vergroten van de kans op het maken van fouten.
- brief van 31 januari 2014. Hierin wordt de werknemer verweten dat hij met de heftruck schade heeft veroorzaakt zonder deze te melden bij zijn leidinggevende.
- brief van 21 augustus 2014. De werknemer wordt verweten op ontoelaatbare wijze en in strijd met interne gedragsregels tekeer te zijn gegaan tegen een collega omdat deze een pompwagen niet direct had teruggebracht. Vermeld wordt dat het een laatste waarschuwing betreft.
- brief van 8 mei 2015. In deze brief wordt een verzuimgesprek bevestigd. Daarnaast wordt vermeld dat meerdere personen hun beklag hebben gedaan over de wijze waarop de werknemer op de heftruck reed. De werknemer wordt daarnaast onder meer verweten fors tekeer te zijn gegaan tegen het hoofd personeelszaken. Herhaald wordt dat het een laatste waarschuwing betreft.
- brief van 27 augustus 2015. In deze brief wordt de werknemer naar aanleiding van klachten van collega’s opnieuw aangesproken op zijn gedrag. Genoemd worden het bulderen en tieren van de werknemer. De werkgever heeft de werknemer in deze brief geadviseerd de eerdere waarschuwingsbrieven nog eens goed door te nemen en wijst erop dat hij het voortbestaan van zijn arbeidsovereenkomst in gevaar brengt.