ECLI:NL:RBDHA:2016:3093
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot tijdige betaling van belasting en gevolgen van automatische incasso
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 maart 2016 uitspraak gedaan in een belastingkwestie tussen eiseres en de ontvanger van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de in rekening gebrachte invorderingskosten met betrekking tot een voorlopige aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2015. De rechtbank oordeelde dat, ongeacht de machtiging tot automatische incasso die eiseres had verleend, zij nog steeds de verplichting had om tijdig de verschuldigde belasting te betalen. De rechtbank stelde vast dat eiseres de termijnen waarvoor aanmaningen en een dwangbevel waren uitgevaardigd, niet tijdig had betaald. Dit leidde tot de conclusie dat de kosten die door verweerder in rekening waren gebracht, terecht waren. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, waarbij werd benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor tijdige betaling bij eiseres lag, ook al was er een betalingsachterstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.