ECLI:NL:RBDHA:2016:4082
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ghrib
- Rechtspraak.nl
Misbruik van procesrecht in verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 april 2016 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de korpschef van de Politie. De eiser had op 16 maart 2015 een verzoek om informatie ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en de Wet politiegegevens (Wpg) met betrekking tot een verkeersboete. De korpschef heeft in het primaire besluit van 31 maart 2015 enkele documenten verstrekt, maar ook aangegeven waarom andere documenten niet konden worden verstrekt. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk verklaard in het bestreden besluit van 10 augustus 2015. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 7 maart 2016 heeft de rechtbank de gemachtigde van eiser gehoord, die stelde dat de verzoeken om informatie in het algemeen belang waren. De rechtbank heeft echter overwogen dat de verzoeken van eiser, die betrekking hadden op een specifieke verkeersboete, mogelijk misbruik van procesrecht inhielden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde van eiser met de verzoeken niet alleen beoogde om informatie te verkrijgen, maar ook om proceskostenvergoedingen en dwangsommen te genereren. Dit werd ondersteund door het feit dat de lijst met verzochte documenten identiek was aan die van andere Wob-verzoeken en dat er internetfora zijn die dergelijke strategieën aanmoedigen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat de verzoeken niet werden gedaan met een redelijk doel, maar eerder om de rechtsgang te misbruiken. De rechtbank heeft de werkwijze van de gemachtigde van eiser als ontwrichtend beschouwd en heeft de beslissing openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.