ECLI:NL:RBDHA:2016:4247
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. van Loenhoud
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
Op 4 april 2016 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [kind]. De zaak is aanhangig gemaakt door Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verzoekschrift, het advies van de Raad voor de Kinderbescherming en diverse brieven van betrokkenen. De moeder van [kind] is belast met het ouderlijk gezag, maar [kind] verblijft feitelijk bij pleegouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [kind] eerder is verlengd en dat er zorgen zijn over de ontwikkeling van [kind] in het licht van de terugplaatsing bij de moeder. Tijdens de zitting is gebleken dat [kind] zich problematisch gedraagt en dat de pleegouders zich zorgen maken over de impact van de terugplaatsing op haar welzijn.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. De negatieve gevolgen van de uitbreiding van de omgangsregeling met de moeder zijn evident, en [kind] heeft haar gevoel van veiligheid verloren. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [kind] te verlengen van 12 april 2016 tot 12 april 2017, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor dezelfde periode. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier.