ECLI:NL:RBDHA:2016:4701
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag op grond van onvoldoende financiële openheid en gewijzigde omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Participatiewet, welke door verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing van de bijstandsaanvraag beoordeeld aan de hand van de Algemene wet bestuursrecht, specifiek artikel 4:6, tweede lid. Eiseres had eerder een bijstandsaanvraag gedaan die was afgewezen omdat zij beschikte over een aanzienlijk vermogen. Ondanks meerdere aanvragen en het indienen van bankafschriften, kon eiseres niet aantonen dat haar financiële situatie was gewijzigd. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende openheid van zaken had gegeven over haar financiën en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van verweerder om de bijstandsaanvraag af te wijzen. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie in financiële zaken bij aanvragen voor bijstand.