ECLI:NL:RBDHA:2016:4724
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. van den Bergh
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 met betrekking tot medische noodsituatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2016 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Marokkaanse man, tegen de afwijzing van zijn verzoek om toepassing van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) 2000. Eiser had verzocht om uitstel van vertrek op medische gronden, maar verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, had dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verweerder ten onrechte had afgezien van het horen van eiser, aangezien het horen een essentieel onderdeel van de bezwaarschriftprocedure is. De rechtbank benadrukte dat er meer redenen zijn voor het horen dan alleen het vergaren van informatie; het contact tussen burger en overheid is ook van groot belang voor het vertrouwen van de burger in de overheid. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en vernietigde dit besluit. De rechtbank liet echter de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand, omdat de BMA-adviezen voldoende waren om te concluderen dat er geen medische noodsituatie op korte termijn zou ontstaan. Eiser werd in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 992,-.