Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 januari 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
- bewijsstukken van de duur van zijn verblijf in Noord-Ierland in 2013/2014;
- naam en adres van het bedrijf waar hij in Noord-Ierland stage heeft gelopen;
- bewijzen van de start en het einde van de periode waarin hij stage heeft gelopen, bijvoorbeeld een stageovereenkomst;
- afschriften van alle bankrekeningen die op zijn naam staan over de periode van
1 november 2013 tot en met 31 maart 2014.
- afschriften van alle bankrekeningen die op zijn naam staan over periode van 1 april 2014 tot en met 1 december 2014;
- een kopie van het vliegticket dat hij naar het gesprek heeft meegenomen;
- een kopie van de e-mail van [bedrijf B] van eind 2013 waarover hij heeft verklaard.
5 december 2013 een baan is aangeboden bij [bedrijf A] in [plaats Noord-Ierland] . Een seminar wordt in die e-mail echter niet genoemd. Bovendien heeft eiser gesteld dat hij het aanbod van [bedrijf A] heeft afgeslagen, zodat met de e-mail niet is opgehelderd wat hij in Noord-Ierland heeft gedaan. Ook de door eiser overgelegde tandartsrekening en de afgiftedatum van zijn paspoort zeggen niets over zijn activiteiten in Noord-Ierland. Eiser stelt dat hij geen andere stukken in zijn bezit heeft waarmee hij inzichtelijk kan maken wat hij in Noord-Ierland heeft gedaan. De rechtbank achter echter niet aannemelijk dat eiser geen andere stukken, zoals vliegtickets, boekingsbevestigingen of correspondentie met [bedrijf A] over zijn komst naar Noord-Ierland, heeft kunnen verkrijgen. Zo heeft eiser ter zitting verklaard dat hij vaker e-mailcontact heeft gehad met [bedrijf A] , maar dat hij niet alle e-mails heeft overgelegd. Ook heeft eiser geen afschriften van zijn bankrekeningen overgelegd. Dat hij, naar gesteld, schulden heeft bij de bank, maakt niet dat niet van hem kon worden gevergd de bank te benaderen voor het verkrijgen van afschriften.
Beslissing
J.A. de Kievit-Tempels, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
21 januari 2016.