ECLI:NL:RBDHA:2016:5694
Rechtbank Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Deelgeschil over aansprakelijkheid na verkeersongeval met onvoldoende vaststaande feiten
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2016 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Quispel, heeft de verzekeraar, SPARKASSE VERSICHERUNG SACHSEN ALG.VERSICHERUNG AG, aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden na een verkeersongeval op 23 augustus 2014. Dit ongeval vond plaats op de A20 ter hoogte van Rotterdam en betrof een aanrijding tussen de personenauto van verzoekster en een vrachtwagen bestuurd door de heer [A]. De verzekeraar heeft de aansprakelijkheid van de heer [A] afgewezen, wat heeft geleid tot het verzoek van verzoekster om de aansprakelijkheid van de verzekeraar vast te stellen en om vergoeding van proceskosten.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de feiten rondom het ongeval nog onvoldoende vaststaan om het verzoek van verzoekster te honoreren. De rechtbank heeft de stelplicht en bewijslast bij verzoekster gelegd, die niet voldoende bewijs heeft geleverd om de aansprakelijkheid van de verzekeraar te onderbouwen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek niet geschikt is voor behandeling in een deelgeschilprocedure, omdat de feitelijke toedracht van het ongeval nog niet is komen vast te staan. Hierdoor is het verzoek afgewezen op grond van artikel 1019z van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Daarnaast heeft de rechtbank de kosten van de procedure aan de zijde van verzoekster begroot op € 3.693,89, inclusief BTW, en deze kosten zijn alleen verschuldigd indien de aansprakelijkheid van de heer [A] in een later stadium alsnog wordt vastgesteld. De rechtbank heeft de kosten gematigd en de verzochte veroordeling van de verzekeraar tot betaling van deze kosten afgewezen, omdat de aansprakelijkheid van [A] niet is komen vast te staan.