ECLI:NL:RBDHA:2016:752
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter op 18 januari 2016 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [kind 1] en [kind 2], op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend naar aanleiding van zorgen over de gezondheid en schoolgang van [kind 1], en schoolverzuim en problematisch gedrag van [kind 2]. De ouders van de kinderen, die feitelijk bij hen verblijven, hebben niet adequaat gereageerd op de zorgen van de hulpverlening en hebben niet meegewerkt aan de benodigde hulpverlening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet op één lijn zitten en dat de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen blijven bestaan. Tijdens de zitting zijn de ouders en vertegenwoordigers van de Raad en Stichting Jeugdbescherming gehoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen en hen de benodigde hulp te bieden. De kinderrechter heeft besloten om [kind 1] onder toezicht te stellen tot de datum waarop zij achttien jaar wordt, en [kind 2] voor de duur van één jaar. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.