ECLI:NL:RBDHA:2016:8783
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid na beoordeling van medische beperkingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.J. Winkel, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door drs. P.F.G. Hermans. Eiseres had een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd, maar deze was door het Uwv geweigerd op de grond dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat haar beperkingen onvoldoende waren erkend door de verzekeringsarts.
De rechtbank heeft het procesverloop en de medische beoordelingen van de verzekeringsartsen zorgvuldig bekeken. Eiseres had psychische en lichamelijke klachten, waaronder het Chronische vermoeidheidssyndroom (CVS) en andere aandoeningen. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts b&b de beperkingen van eiseres correct had vastgesteld en dat er geen aanleiding was om aan de medische oordelen te twijfelen. De rechtbank concludeerde dat eiseres in staat was om bepaalde functies te vervullen, ondanks haar beperkingen, en dat de door het Uwv geduide functies passend waren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de weigering van de uitkering door het Uwv terecht was. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.