Uitspraak
Rechtbank Den Haag
eisende partij,
gemachtigde: mr. G. van Dijk,
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 2 december 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek, met een productie.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
- voorwaardelijk, voor het geval Dexia een kredietregistratie aan het Bureau Kredietregistratie in Tiel heeft doorgegeven op naam van [eiseres] , Dexia te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het vonnis te bewerkstelligen dat elke registratie op naam van [eiseres] bij het Bureau Kredietregistratie in Tiel wordt doorgehaald en dat de aan die registratie gekoppelde achterstandscodering ongedaan wordt gemaakt, op straffe van een dwangsom € 500,-- voor iedere dag dat Dexia daarmee in gebreke blijft met een maximum van € 20.000,--;
- Dexia te veroordelen om aan [eiseres] de door of namens haar gemaakte buitengerechtelijke kosten te vergoeden, vast te stellen conform Rapport Voorwerk II, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding, althans een door de rechtbank in goede justitie te betalen bedrag;
- Dexia te veroordelen in de proceskosten.
Voorts voert [eiseres] aan dat Dexia haar (contractuele) zorgplicht jegens haar heeft geschonden en op grond daarvan gehouden is aan haar de schade te vergoeden, bestaande uit de betaalde inleg.
De wettelijke rente over het terug te betalen bedrag is verschuldigd vanaf de datum waarop de betaling door of namens [eiseres] aan Dexia hebben plaatsgevonden. Tevens maakt [eiseres] aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten conform het Rapport Voorwerk II.
3.3. Dexia voert gemotiveerd verweer en concludeert tot niet ontvankelijk verklaring van [eiseres] in haar vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten. Het verweer wordt hierna, voor zover relevant, besproken.