Op 15 juli 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op [datum huwelijk] in [plaats huwelijk] zijn gehuwd. De vrouw heeft op 3 november 2015 een verzoek tot echtscheiding ingediend, met nevenvoorzieningen, waaronder de vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen en alimentatie. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder faxberichten en brieven van beide partijen, en heeft de minderjarige [de minderjarige] in de procedure gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gezamenlijk gezag uitoefenen over de minderjarige en dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw bepaald. Tevens is het ouderschapsplan, dat door beide partijen is ondertekend, in de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft de verzoeken met betrekking tot kinderalimentatie, partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgemeenschap aangehouden tot 1 december 2016, om partijen de gelegenheid te geven om de voortgang van de procedure te informeren.
De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de echtscheiding. De rechtbank heeft de beschikking uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechters A.C. Olland, J.M. Vink en M.T. Nijhuis aanwezig waren, bijgestaan door griffier A. Kalicharan.