ECLI:NL:RBDHA:2016:9889

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2016
Publicatiedatum
19 augustus 2016
Zaaknummer
C/09/499284 / FA RK 15-8567
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding met nevenvoorzieningen en ouderschapsplan

Op 15 juli 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die op [datum huwelijk] in [plaats huwelijk] zijn gehuwd. De vrouw heeft op 3 november 2015 een verzoek tot echtscheiding ingediend, met nevenvoorzieningen, waaronder de vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen en alimentatie. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder faxberichten en brieven van beide partijen, en heeft de minderjarige [de minderjarige] in de procedure gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen gezamenlijk gezag uitoefenen over de minderjarige en dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw bepaald. Tevens is het ouderschapsplan, dat door beide partijen is ondertekend, in de beschikking opgenomen. De rechtbank heeft de verzoeken met betrekking tot kinderalimentatie, partneralimentatie en de verdeling van de huwelijksgemeenschap aangehouden tot 1 december 2016, om partijen de gelegenheid te geven om de voortgang van de procedure te informeren.

De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van de echtscheiding. De rechtbank heeft de beschikking uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechters A.C. Olland, J.M. Vink en M.T. Nijhuis aanwezig waren, bijgestaan door griffier A. Kalicharan.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
7x
Rekestnummers: FA RK 15-8567 (scheiding) en FA RK 16-2596 (verdeling)
Zaaknummers: C/09/499284 (scheiding) en C/09/508618 (verdeling)
Datum beschikking: 15 juli 2016

Scheiding

Beschikking op het op 3 november 2015 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. R.J. Ottens te Noordwijk (voorheen mr. J. Kok te Noordwijk).
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende te [woonplaats] , verblijvende te [plaats] ,
advocaat: mr. E.M. Kostense te Den Haag.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift, tevens verzoekschrift;
- het faxbericht d.d. 15 maart 2016 van de zijde van de vrouw;
- het bericht d.d. 16 maart 2016, met als bijlage het formulier "Verdelen en verrekenen", van de zijde van de man;
- de brief d.d. 24 juni 2016, met als bijlage het formulier "Verdelen en verrekenen", van de zijde van de vrouw en het door beide partijen ondertekende ouderschapsplan;
- de brief d.d. 24 juni 2016, met bijlagen, van de zijde van de man;
- de brief d.d. 28 juni 2016, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- het faxbericht d.d. 5 juli 2016 van de zijde van de man;
- het faxbericht d.d. 8 juli 2016 van de zijde van de vrouw.
De minderjarige [de minderjarige] heeft schriftelijk haar mening kenbaar gemaakt.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot echtscheiding met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van partijen bij de vrouw;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 400,-- per maand, per kind, bij vooruitbetaling te voldoen;
- vaststelling van een door de man aan de vrouw nader te betalen bedrag aan partneralimentatie, bij vooruitbetaling te voldoen;
- verdeling ten overstaan van een notaris van de huwelijksgemeenschap, met benoeming van een notaris en onzijdige personen, indien partijen niet in onderling overleg tot een verdeling kunnen komen;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man heeft, behoudens voor wat betreft de echtscheiding en het verzoek tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [de minderjarige] bij de vrouw, verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vrouw, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Tevens heeft de man zelfstandig verzocht om de echtscheiding uit te spreken, met nevenvoorzieningen tot:
- opname van het door partijen ondertekende ouderschapsplan in de beschikking;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 240,-- per maand voor de minderjarige [de minderjarige] , met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, bij vooruitbetaling te voldoen, althans zodanig bedrag als de rechtbank juist acht;
- vaststelling van de wijze van verdeling van de huwelijksgemeenschap, conform
een nader door de man in te dienen voorstel, met vaststelling van het bedrag dat de man dan wel de vrouw aan de vrouw dan wel de man verschuldigd is, met veroordeling van deze partij om dit bedrag te voldoen binnen één maand na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] .
- Zij zijn de ouders van de volgende kinderen:
- [de jong-meerderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , thans jong-meerderjarig,
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
- De kinderen verblijven thans bij de vrouw.
Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarige [de minderjarige] uit.
- Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
- Deze rechtbank heeft op 12 januari 2016 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover thans van belang inhoudende:
 dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning;
 dat de minderjarige [de minderjarige] aan de vrouw zal worden toevertrouwd;
 dat de man met ingang van 12 januari 2016 voorlopig zal verstrekken tot
levensonderhoud van de vrouw een bedrag van € 1.600,-- en tot verzorging en
opvoeding van de minderjarige [de minderjarige] een bedrag van € 400,-- per maand.

Beoordeling

Aan de wettelijke formaliteiten is voldaan.
Echtscheiding
Door partijen is geen ouderschapsplan overgelegd overeenkomstig artikel 815 tweede en derde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Nu het ouderschapsplan in de wet geformuleerd is als een processuele eis bij een verzoek tot echtscheiding heeft de rechtbank de bevoegdheid het verzoek niet-ontvankelijk te verklaren, tenzij er redenen zijn om aan te nemen dat het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overgelegd (artikel 815, zesde lid, Rv).
Gebleken is dat partijen – met uitzondering van de kinderalimentatie – afspraken hebben gemaakt die zij in het door hen beiden ondertekende ouderschapsplan hebben neergelegd. De rechtbank zal partijen daarom ontvangen in hun verzoek tot echtscheiding met nevenvoorzieningen.
Beide partijen stellen dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, zodat de daarop steunende, over en weer gedane verzoeken tot echtscheiding als op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar zijn.
Opname ouderschapsplan
Het verzoek van de man tot opname van het ouderschapsplan in de beschikking kan als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.
Hoofdverblijfplaats
[de jong-meerderjarige] is op 8 december 2015 jong-meerderjarig is geworden zodat bepaling van haar hoofdverblijfplaats niet meer aan de orde is.
Het verzoek van de vrouw om de gewone verblijfplaats van de minderjarige [de minderjarige] bij haar te bepalen kan als niet weersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.
De overige verzoeken
Partijen hebben de rechtbank in verband met de nog lopende procedure bij team Handel van deze rechtbank over de ontbinding van V.O.F. " [naam] " en de exploitatie van het strandpaviljoen " [naam] " eensluidend verzocht om de overige verzoeken pro forma aan te houden tot een datum in het najaar. Gelet hierop zal de rechtbank de verzoeken ten aanzien van de kinderalimentatie, de partneralimentatie en de verdeling aanhouden tot 1 december 2016 pro forma. De rechtbank verzoekt partijen om de rechtbank tijdig te informeren over de voortgang van de procedure.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de echtscheiding tussen: [de man] , en [de vrouw] , gehuwd op [datum huwelijk] in de gemeente [plaats huwelijk] ;
bepaalt dat de minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
de hoofdverblijfplaats zal hebben bij de vrouw;
neemt op de door partijen getroffen onderlinge regeling van hun betrekkingen na de echtscheiding, zoals neergelegd in het (in fotokopie) aan deze beschikking gehechte ouderschapsplan;
verklaart deze beschikking in zoverre, met uitzondering van de echtscheiding, uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de behandeling met betrekking tot
de kinderalimentatie, de partneralimentatie en de verdeling aan tot 1 december 2016 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mrs. A.C. Olland, J.M. Vink en M.T. Nijhuis, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. A. Kalicharan als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juli 2016.