In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 september 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eisers, [eiser] en [eiseres], en het college van burgemeester en wethouders van Westland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslissing op bezwaar van 3 mei 2016 in rechte onaantastbaar is geworden, waardoor het beginsel van formele rechtskracht van toepassing is. Eiser en eiseres hadden bezwaar gemaakt tegen de terugvordering van bijstandsuitkeringen die zij ten onrechte hadden ontvangen over verschillende periodes. De rechtbank oordeelt dat de stelling van eiser dat zijn verblijfplaats anders is dan eerder gesteld, geen reden is om het beginsel van formele rechtskracht te doorbreken. De rechtbank heeft de terugvordering van de bijstandsuitkeringen van eiser en eiseres over de periode van 17 juli 2012 tot en met 18 september 2013 en de periode van 19 september 2013 tot en met 31 december 2015 beoordeeld. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en het beroep van eiseres niet-ontvankelijk, omdat zij geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.