Uitspraak
Rechtbank den haag
- de dagvaarding van 15 februari 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Stichting Inkomens Beheer en Bewindvoering, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van een rechthebbende, en een zorgverlener. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de zorgverlener voor schade die de cliënt heeft geleden door een onrechtmatige daad, namelijk het onvoldoende verantwoorden van het persoonsgebonden budget (pgb) bij het Zorgkantoor. De zorgverlener had deze zorgtaak onverplicht op zich genomen, maar is aansprakelijk gesteld voor de schade die de cliënt heeft geleden. De kantonrechter oordeelde dat de vergoedingsplicht van de zorgverlener op grond van artikel 6:101 BW met 40% verminderd wordt wegens eigen schuld van de cliënt. Daarnaast werd er een billijkheidscorrectie toegepast, waardoor de schadeverdeling werd vastgesteld op 70% voor de zorgverlener en 30% voor de cliënt. De uitspraak volgt op een procedure waarin meerdere comparities van partijen hebben plaatsgevonden en waarin de kantonrechter de feiten en stellingen van beide partijen heeft gewogen. De kantonrechter concludeerde dat de zorgverlener tekort is geschoten in haar zorgplicht, maar dat de cliënt ook een deel van de schuld draagt, wat leidt tot een gedeeltelijke afwijzing van de vordering.