Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 oktober 2017 in de zaak tussen
[eiser], eiser
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
3d. niet dan wel niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit;
3f. zich zonder noodzaak heeft ontdaan van zijn reis- of identiteitsdocumenten;
3k. een overdrachtsbesluit heeft ontvangen en geen medewerking verleent aan de overdracht aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.
14 juli 2017 in Duitsland in vrijheid is gesteld en dat hij toen al direct weer naar Nederland is gegaan. De eerste zware grond is daarmee naar het oordeel van de rechtbank terecht door verweerder aan de bewaring ten grondslag gelegd.
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.