ECLI:NL:RBDHA:2017:11524
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot schorsing executie vervangende hechtenis in kort geding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 oktober 2017 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de eiser, een man die eerder was veroordeeld tot een werkstraf, vorderde om de executie van zijn vervangende hechtenis te schorsen totdat op zijn gratieverzoek was beslist. De eiser was veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en had zijn werkstraf niet naar behoren uitgevoerd, wat leidde tot omzetting in vervangende hechtenis. De eiser voerde aan dat zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder een depressie en de zorg voor zijn kinderen, aanleiding gaven om hem als zelfmelder aan te merken en alternatieve detentievormen toe te staan. De rechtbank oordeelde echter dat de wet niet voorziet in de door eiser gewenste alternatieven en dat de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet onrechtmatig handelde door de vorderingen van eiser af te wijzen. De rechtbank wees de vorderingen van eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten.