ECLI:NL:RBDHA:2017:11715
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. de Zeben - de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige identiteit en nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Kameroense nationaliteit, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag is door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de identiteit en nationaliteit van eiser niet geloofwaardig werden geacht. Eiser heeft verklaard dat hij in 2013 uit het huis van zijn moeder en stiefvader is vertrokken en bij een vriend is gaan wonen, waar hij onder druk is gezet om seksuele handelingen te verrichten. Dit heeft geleid tot bedreigingen in Kameroen, waar homoseksualiteit verboden is. Eiser heeft echter wisselende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn geboorteplaats en geboortedatum, wat de geloofwaardigheid van zijn asielrelaas ondermijnt. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat het door toedoen van eiser niet mogelijk is om zijn identiteit en nationaliteit vast te stellen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.