Uitspraak
thans de Minister van Veiligheid en Justitie, verweerder
5.De rechtbank overweegt het volgende.
een jaar direct voorafgaande aan de aanvraagrechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onder j, van de Vw heeft gehad. Volgens paragraaf B8/9.1.1 van de Vc 2000, voor zover thans van belang, is er geen sprake van een jaar uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vw direct voorafgaande aan de aanvraag, indien de aanvraag niet tijdig is ingediend. De IND beschouwt de aanvraag als tijdig ingediend als de vreemdeling de aanvraag bij de IND indient in de periode tussen:
- 28 dagen voor het eindigen van het jaar rechtmatig verblijf op grond van artikel 64Vw; en
- 28 dagen na het eindigen van het jaar rechtmatig verblijf op grond van artikel 64 Vw.
12.Het beroep is bij gebreke van een procesbelang niet-ontvankelijk.
13.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op