ECLI:NL:RBDHA:2017:13022
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Angolese vreemdeling met betrekking tot geloofwaardigheid van het asielrelaas
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Angolese vreemdeling afkomstig uit de enclave Cabinda, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen op 12 mei 2017, omdat het asielrelaas van eiser als ongeloofwaardig werd beschouwd. Eiser had verklaard dat hij betrokken was bij de FLEC, een bevrijdingsfront, en dat hij in Angola was opgepakt en gemarteld door het regeringsleger MPLA. Tijdens de zitting op 12 september 2017 heeft eiser zijn verhaal toegelicht, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiser niet voldoende onderbouwd waren en dat er geen objectieve bevestiging was van de door hem beschreven gebeurtenissen. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had vastgesteld dat eiser niet in aanmerking kwam voor toelating op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na verzending van de uitspraak.