De rechtbank heeft acht geslagen op een Pro Justitia-rapportage d.d. 16 oktober 2017, opgemaakt door drs. M.H. Diawara, NRGD geregistreerde psychiater, en een Pro Justitia-rapportage d.d. 21 oktober 2017, opgemaakt door drs. B.Y. van Toorn, GZ-psycholoog.
Uit het rapport van de psychiater komt naar voren dat in relatie tot en ten tijde van het begaan van het tenlastegelegde feit bij verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens in de vorm van een ongespecificeerde psychotische stoornis, een depressieve stoornis en een stoornis in cannabis en alcoholgebruik.
Verdachte verblijft sinds twee jaar in Nederland. Hij is uit Syrië gevlucht omdat hij niet in het leger wilde. Hij voelde zich in Nederland steeds verdrietig en eenzaam, omdat hij zijn familie en vrienden miste. Verdachte heeft een aantal malen hulp gezocht bij de GGZ. Hij ging zich gedurende het afgelopen jaar steeds meer isoleren en kwam op een gegeven moment de deur niet meer uit. Hij gebruikte gemiddeld vier gram cannabis per dag en dronk een liter wijn en een halve liter whisky of wodka per dag. Hij at nauwelijks. Zijn dag- en nachtritme was omgedraaid. De laatste weken voor het tenlastegelegde feit werd verdachte steeds prikkelbaarder en achterdochtig. Hij dacht dat zijn buurman, die hem cocaïne aanbod, hem wilde vermoorden en dat zijn familie in Syrië ook vermoord zou worden. Hij besloot weer hulp bij de GGZ te zoeken maar kreeg deze niet. De psychotische ontregeling werd vermoedelijk mede geluxeerd door acculturatiestress, overmatig middelengebruik en gebrek aan steunsysteem. Een week voor het tenlastegelegde had verdachte zijn telefoon uitgezet omdat hij bang was vermoord te worden. Hij had paranoïde waanbeelden en was angstig. Op de dag van het tenlastegelegde was hij heel bang en dacht hij dat zijn familie vermoord zou worden. Verdachte dacht ook dat iedereen aan het inpakken was om het land te verlaten. Hij had aldus waanideeën. Hij zag suïcide als enige uitweg. Zijn realiteitstoetsing was diepgaand gestoord waardoor hij geen rationele overwegingen kon maken om het te corrigeren. Hij was in zijn gedachten en gedrag geheel in beslag genomen door zijn psychotisch gekleurde overtuigingen en belevingen en was niet in staat de consequenties van zijn handelen en gedrag te overzien. Geadviseerd wordt om verdachte het tenlastegelegde, indien bewezen, niet toe te rekenen.
Uit het rapport van de psycholoog komt naar voren dat in relatie tot en ten tijde van het begaan van het tenlastegelegde feit bij verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis in geestvermogens in de zin van een psychotische stoornis, mogelijk binnen het kader van een schizofreen proces, en van middelenafhankelijkheid (alcohol en cannabis).
Verdachte heeft een belaste voorgeschiedenis door mishandelingen door zijn vader, vier jaar verblijf in een oorlogsgebied en een risicovolle reis vanuit Syrië naar Europa. Verdachte kon zijn weg niet vinden in Nederland. Hij heeft last van somberte, angsten, overmatig piekeren en gevoelens van uitzichtloosheid. Hij trekt zich terug, is angstig, voelt zich eenzaam, heeft veel last van heimwee en heeft suïcidale gedachten. In een poging zich beter te voelen en zijn depressie te bestrijden begint hij alcohol te drinken en cannabis te gebruiken. Al snel lijkt sprake van een verslavingsprobleem. Hij heeft zucht, kan zijn gebruik niet begrenzen, ontwikkelt tolerantie/heeft steeds meer middelen nodig om hetzelfde effect te bereiken, komt niet meer tot sociale activiteiten door zijn gebruik en het lukt hem niet te minderen. Er ontstaan psychotische symptomen die gaandeweg steeds ernstiger worden: hallucinaties, betrekkingsideeën, paranoia, dissociatieve ervaringen, vertraging van denken, vernauwing van denken en ernstige verwarring. Zowel de inhoud van het denken als de vorm van het denken raken in toenemende mate verstoord en het contact met de werkelijkheid lijkt verbroken. Tot op heden is de psychose niet geheel verbleekt, heeft verdachte nog steeds vreemd aandoende overtuigingen en twijfelt hij over het waarheidsgehalte van zijn hallucinaties. Ten tijde van het tenlastegelegde was verdachte onder invloed van zijn psychotische overtuigingen en was het contact met de realiteit verbroken. Geadviseerd wordt om verdachte het ten laste gelegde in het geheel niet toe te rekenen.
De rechtbank kan zich verenigen met de hiervoor vermelde bevindingen en conclusies, maakt deze tot de hare en zal verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar verklaren. Op grond hiervan dient verdachte te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.