ECLI:NL:RBDHA:2017:13498
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de minister van Buitenlandse Zaken, gedateerd 26 mei 2017. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank constateert dat de wettelijk voorgeschreven beroepstermijn van vier weken, zoals neergelegd in artikel 69, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, op 23 juni 2017 eindigde. Eiser heeft echter pas op 11 juli 2017 beroep ingesteld, wat betekent dat het beroep niet tijdig is ingediend.
Eiser is vervolgens bij brief van 17 juli 2017 in de gelegenheid gesteld om de reden voor de termijnoverschrijding kenbaar te maken, maar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen omstandigheden zijn die de te late indiening aan eiser kunnen worden aangerekend. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat het beroep niet inhoudelijk wordt behandeld.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is op 24 oktober 2017 in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij deze rechtbank.