ECLI:NL:RBDHA:2017:13527
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor asielaanvraag en meerderjarigheid in het bestuursrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 16 november 2017, gaat het om de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om overdracht te voorkomen. Tijdens de zitting is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder terecht is uitgegaan van de meerderjarigheid van eiser. Dit oordeel is gebaseerd op Eurodac-informatie waaruit blijkt dat eiser in Italië en Duitsland een geboortejaar heeft opgegeven dat aantoont dat hij meerderjarig is. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, die stelde dat hij in Italië een verkeerde geboortedatum had opgegeven vanwege ziekte, als onbegrijpelijk bestempeld. De rechtbank concludeert dat de registratie van geboortedata in andere lidstaten zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat er geen aanleiding is om van dit uitgangspunt af te wijken, aangezien eiser geen identificerende documenten heeft overgelegd.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na verzending van het proces-verbaal.