ECLI:NL:RBDHA:2017:13706
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen plaatsing in functie binnen de politie na reorganisatie
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam bij de politie, en de korpschef van Politie. De eiser was geplaatst in de functie van [functie] bij de [Afdeling 1] na een reorganisatie binnen de politie. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze plaatsing, omdat hij van mening was dat de functie niet passend was, gezien zijn werkzaamheden in de jaren voorafgaand aan de plaatsing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser op de juiste wijze was geplaatst in de functie, en dat de regels omtrent functievergelijking correct waren toegepast. Eiser had aangevoerd dat de hardheidsclausule, zoals opgenomen in artikel 55v van het Barp, van toepassing had moeten zijn, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die eiser aanvoerde al in de regelgeving waren meegenomen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de functie wel degelijk passend was voor eiser, ondanks zijn eerdere werkzaamheden in een andere functie. De rechtbank benadrukte dat er geen recht bestaat op plaatsing in een hogere functie en dat de eiser als functievolger diende te worden aangemerkt. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.