ECLI:NL:RBDHA:2017:13834

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2017
Publicatiedatum
28 november 2017
Zaaknummer
C/09/522160 / FA RK 16-8838
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van vaderschap en rechtsgeldigheid DNA-onderzoek

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 november 2017 een beschikking gegeven inzake de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van twee minderjarige kinderen. Dit volgde op een eerdere tussenbeschikking van 6 september 2017, waarin de rechtbank had besloten de procedure aan te houden voor nader schriftelijk uitlaten door de advocaat en de bijzondere curator. De moeder, verzoekster in deze zaak, had een verzoekschrift ingediend voor de vaststelling van het vaderschap, waarbij een DNA-onderzoek door [naam] BV was overgelegd. Dit onderzoek toonde met meer dan 99,999% zekerheid aan dat de man, belanghebbende, de biologische vader is van de twee kinderen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het DNA-onderzoek voldeed aan de strenge eisen die door de rechtbank waren gesteld in de eerdere beschikking. Er waren geen bezwaren tegen de vaststelling van het vaderschap op basis van artikel 1:207 BW. De bijzondere curator, die de kinderen vertegenwoordigde, had geen concreet belang meer bij een principiële uitspraak over de rechtsgeldigheid van een eerdere, goedkopere vaderschapstest door DNA Diagnostics Center (DDC). De rechtbank heeft besloten dat de bijzondere curator eervol ontslagen wordt uit zijn functie, aangezien er geen verdere vertegenwoordiging van de kinderen nodig was.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de ouders toegewezen om de geslachtsnaam van de kinderen vast te stellen als [belanghebbende], de geslachtsnaam van de vader. De beschikking is gegeven door mr. H. Wien, rechter en kinderrechter, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 16-8838
Zaaknummer: C/09/522160
Datum beschikking: 20 november 2017
Bevoegd is de rechter van de woonplaats in Nederland of, bij gebreke daarvan, van het werkelijk
Verblijf van de minderjarige - 265 Rv.

Gerechtelijke vaststelling vaderschap

Beschikking op het op 22 november 2016 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. W.A. Derogee-Berghuis te Dordrecht.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[belanghebbende]

de man,
wonende en/of verblijvende te [plaatsnaam]
advocaat: mr. W.A. Derogee-Berghuis te Dordrecht.

[1. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]

en
[2. minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
hierna: de twee minderjarige kinderen [naam 1. minderjarige] en [naam 2. minderjarige] ,
in rechte vertegenwoordigd door mr. A.B. Baumgarten, advocaat te 's-Gravenhage,
in de hoedanigheid van bijzondere curator.

Procedure

Bij beschikking van 6 september 2017 van deze rechtbank is de procedure pro forma aangehouden tot 15 november 2017 voor nader schriftelijk uitlaten door de advocaat en door de bijzondere curator, zoals de rechtbank in die beschikking nader heeft overwogen.
De rechtbank heeft opnieuw kennis genomen van de processtukken, waaronder nu ook:
  • het F-9 formulier van de advocaat van 31 oktober 2017, met als bijlage een deskundigenrapportage van Verilabs BV;
  • het aanvullend verweerschrift van de bijzondere curator van 9 november 2017.

Beoordeling

De rechtbank blijft bij al hetgeen zij heeft overwogen in de eerdere beschikking van 6 september 2017, die hier geheel als herhaald en ingelast moet worden beschouwd.
Vaststelling vaderschap
Bij F-9 formulier van 31 oktober 2017 heeft de advocaat bericht dat haar cliënten na de tussenbeschikking van de rechtbank ervoor hebben gekozen alsnog een onderzoek door [naam] BV te laten verrichten met het verzoek om het vaderschap nu vast te stellen. Uit het daartoe overgelegde ondertekende rapport van DNA-onderzoek van [naam] BV van 25 oktober 2017 met bijlagen blijkt dat met meer dan 99,999% zekerheid is aangetoond dat de man de biologische vader is van de twee kinderen [naam 1. minderjarige] en [naam 2. minderjarige] . Ook blijkt daaruit dat alsnog aan de naar vast beleid van deze rechtbank gestelde strenge eisen voor een rechtsgeldig DNA-onderzoek is voldaan, zoals nader beschreven in de eerdere beschikking van 6 september 2017. Nu van overige bezwaren als bedoeld in artikel 1:207 BW niet is gebleken, zal de rechtbank de verzoeken tot vaststelling van het vaderschap toewijzen.
Bij deze stand van zaken heeft de bijzondere curator in deze procedure geen concreet belang meer bij de door hem bij aanvullend verweerschrift van 9 november 2017 nog verzochte meer principiële uitspraak over de rechtsgeldigheid van de eerdere goedkopere vaderschapstest door DNA Diagnostics Center (DDC) in dit specifieke geval en/of van vaderschapstesten door DDC in het algemeen. Waarom in dit specifieke geval deze eerdere vaderschapstest niet aan de eisen voldeed is al gemotiveerd uiteengezet in de beschikking van 6 september 2017. Er is op dit moment en in deze concrete zaak onvoldoende reden om het tot dusver door de rechtbank gehanteerde relatief strenge en voor de rechtszoekenden relatief dure beleid op het gebied van rechtsgeldige DNA-vaderschapstesten te versoepelen.
Uit de te nemen beslissing volgt dat vertegenwoordiging van [naam 1. minderjarige] en [naam 2. minderjarige] door de bijzondere curator niet meer nodig is. De rechtbank zal de bijzondere curator daarom eervol ontslaan uit zijn functie van bijzondere curator van [naam 1. minderjarige] en [naam 2. minderjarige] .
Geslachtsnaam kinderen
Hoewel daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld bij beschikking van 6 september 2017, heeft de advocaat niets naders meer gesteld over (kort gezegd) de te kiezen geslachtsnaam van de kinderen en de door de rechtbank in dat verband gesignaleerde problemen. Uit bijlage I bij het rapport van [naam] BV volgt echter dat uit de
observationop bladzijde 12 van het huidige Indiase paspoort van de man onmiskenbaar blijkt dat zijn voornaam [voornaam belanghebbende] is en zijn geslachtsnaam [belanghebbende] . Niets staat er dus meer aan in de weg om aan beide kinderen nu de geslachtsnaam [belanghebbende] toe te kennen, zoals na de zitting van 12 juli 2017 door de advocaat na overleg met haar beide cliënten is verzocht. De rechtbank zal dat verzoek daarom nu ook toewijzen.

Beslissingen

De rechtbank:
stelt vast het vaderschap van [belanghebbende] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] India, over de twee minderjarige kinderen:
- [naam 1. minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , en
- [naam 2. minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
uit de moeder [verzoekster] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]
verleent aan de bijzondere curator eervol ontslag uit zijn functie van bijzonder curator van de hiervoor genoemde twee minderjarige kinderen [naam 1. minderjarige] en [naam 2. minderjarige] ;
stelt vast dat conform het verzoek van de vader en de moeder hun hiervoor genoemde twee minderjarige kinderen [naam 1. minderjarige] en [naam 2. minderjarige] voortaan de geslachtsnaam [belanghebbende] van de vader zullen dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Wien, rechter tevens kinderrechter, bijgestaan door
mr. J.H. van Berkel als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 november 2017.