ECLI:NL:RBDHA:2017:14006

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
29 november 2017
Zaaknummer
NL17.12015 en NL17.12016
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en verzoek voorlopige voorziening met betrekking tot meerderjarigheid en veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 november 2017 uitspraak gedaan in de procedure met zaaknummers NL17.12015 en NL17.12016. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend ter voorkoming van overdracht hangende het beroep.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van eiser is afgewezen omdat Algerije als veilig land van herkomst wordt beschouwd en eiser onjuiste persoonsinformatie heeft verstrekt. Tijdens de zitting is eiser verschenen met zijn gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.

In de uitspraak heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat eiser meerderjarig is en dat de asielaanvraag op de juiste wijze is behandeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de registratie van de geboortedatum van eiser in andere lidstaten, en de overgelegde documenten waren niet voldoende om van dit uitgangspunt af te wijken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL17.12015 (beroep) en NL.17.12016 (verzoek)
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter van 21 november 2017 in de zaak tussen

[naam] , eiser en verzoeker, hierna: eiser,

(gemachtigde: mr. A. de Raad),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. L.M.F. Verhaegh).

ProcesverloopBij besluit van 1 november 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft ook een voorlopige voorziening gevraagd ter voorkoming van overdracht hangende het beroep.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden te Breda op 21 november 2017. Eiser is verschenen bij zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting is onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank in de zaak met nr. NL17.12015: verklaart het beroep ongegrond;
De voorzieningenrechter in de zaak met nr. NL17.12016: wijst het verzoek af.

Overwegingen

1. Verweerder heeft de aanvraag kennelijk ongegrond verklaard omdat Algerije een veilig land van herkomst is en omdat eiser willens en wetens onjuiste persoonsinformatie heeft verstrekt met het oogmerk verweerder te misleiden.
2. In beroep is uitsluitend aangevoerd dat verweerder ten onrechte de meerderjarigheid van eiser heeft aangenomen en dat verweerder om die reden de asielaanvraag niet op de juiste wijze heeft behandeld.
3. Uit Eurodac-informatie blijkt dat eiser op 18 augustus 2016 in Italië als illegale vreemdeling is geregistreerd onder de naam [naam 1] , geboren op [geboortedatum 1] en dat hij in de uitzettingsprocedure door de Italiaanse politie op 12 september 2016 is geregistreerd onder de naam: [naam 2] , geboren op [geboortedatum 2] . Eiser heeft in Nederland verklaard dat hij [naam 3] heet en dat hij is geboren op [geboortedatum 3] .
4. Uit vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (recentelijk nog de uitspraak van 15 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2219) blijkt dat dat verweerder er in beginsel van uit mag gaan, gelet op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat de registratie van de geboortedatum in de andere lidstaten zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Alleen als er identificerende documenten worden overgelegd, kan er aanleiding zijn om van dat uitgangspunt af te wijken.
5. De documenten die eiser bij zijn aanmeldgehoor heeft overgelegd, te weten een originele geboorteakte, een kopie van het familieboekje alsmede een kopie van een geboorteverklaring waar zijn daadwerkelijke personalia op zouden staan, namelijk: [naam 4] , geboren op [geboortedatum 3] , hoefden niet tot een ander oordeel te leiden.
Het zijn immers geen identificerende documenten waarop de foto van eiser staat.
6. De conclusie is dat verweerder terecht is uitgegaan van de meerderjarigheid van eiser en dat eiser misleidende informatie heeft verstrekt omtrent zijn leeftijd. Er is geen aanleiding om aan te nemen dat de asielaanvraag niet juist is behandeld.
7. Het beroep is ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter en voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 november 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel