ECLI:NL:RBDHA:2017:14120
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Somalische eiser wegens ongeloofwaardige bedreigingen door Al Shabaab
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser van Somalische nationaliteit. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld, waarbij eiser stelde dat hij bedreigd werd door Al Shabaab vanwege zijn betrokkenheid bij de qat-handel. Eiser had eerder een nareisprocedure doorlopen en had op 24 oktober 2015 zijn asielaanvraag ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gestelde identiteit en nationaliteit van eiser geloofwaardig zijn, evenals zijn handel in qat. Echter, de rechtbank oordeelde dat de bedreigingen door Al Shabaab ongeloofwaardig waren, omdat eiser vage en tegenstrijdige verklaringen had afgelegd. De rechtbank concludeerde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer naar Somalië een reëel risico liep op schending van artikel 3 van het EVRM, aangezien hij afkomstig was uit een gebied waar Al Shabaab niet aan de macht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.