Op 20 november 2017 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008. Het verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing werd ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, naar aanleiding van zorgen over de zorg en veiligheid van de minderjarige. De kinderrechter had eerder op 15 september 2017 al een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een periode van drie maanden.
Tijdens de zitting op 20 november 2017 werd duidelijk dat de minderjarige, hierna aangeduid als [minderjarige], te maken had met ernstige zorgen, waaronder pedagogische verwaarlozing en mishandeling door de moeder. De moeder had een alcoholverslaving en de vader was ook niet in staat om een stabiele opvoedingssituatie te bieden. De kinderrechter oordeelde dat de situatie van de minderjarige onveilig was en dat er een dringende noodzaak was voor een jeugdbeschermer om de hulpverlening te coördineren.
De kinderrechter besloot om de minderjarige onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden en verleende een machtiging tot uithuisplaatsing in een jeugdhulpvoorziening voor een periode van zes maanden. De kinderrechter benadrukte het belang van een zo spoedig mogelijke plaatsing in een gezinsomgeving en dat er gewerkt moet worden aan de verbetering van de thuissituatie, zodat de ouders in de toekomst weer voor de minderjarige kunnen zorgen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er werd informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.