ECLI:NL:RBDHA:2017:14377
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van een uitkering op basis van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen na beoordeling van arbeidsongeschiktheid
Op 7 december 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de weigering van een uitkering op basis van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Eiseres, die eerder ziek was gemeld vanwege diverse medische klachten, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. De aanvraag werd door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) afgewezen, omdat eiseres niet meer dan 34,18% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres ging in beroep tegen deze beslissing, waarbij zij aanvoerde dat haar klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de besluiten van het UWV zijn gebaseerd op rapporten van verzekeringsartsen, die zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Eiseres had geen medische stukken overgelegd die haar standpunt konden onderbouwen. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts b&b de beperkingen van eiseres adequaat had vastgesteld en dat er geen reden was om aan de geschiktheid van de geduide functies te twijfelen. De rechtbank concludeerde dat eiseres terecht geen recht had op een WIA-uitkering, omdat zij in staat was meer dan 65% van het voor haar geldende maatmanloon te verdienen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.