Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[de man] ,
Procesverloop
Overwegingen
ex tuncmoet toetsen. Dat wil zeggen dat de rechter het besluit beoordeelt op basis van de feitelijke en juridische situatie zoals die bestond op het moment dat het bestreden besluit is genomen. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij de in beroep overgelegde stukken niet eerder had kunnen overleggen en dat de rechtbank deze stukken wel in haar beoordeling moet betrekken.
ex tuncbeoordeelt. Dat betekent dat een aanvrager gegevens en stukken ter onderbouwing van zijn aanvraag uiterlijk in de bezwaarfase moet overleggen. In deze specifieke situatie ziet de rechtbank echter aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Daartoe overweegt de rechtbank dat in het primaire besluit slechts in het algemeen is opgenomen dat eiser zijn economische binding met Pakistan niet aannemelijk heeft gemaakt. Pas met het bestreden besluit is door verweerder duidelijk gemaakt wat eiser specifiek wordt tegengeworpen. Hierin is namelijk opgenomen dat eiser stelt omgerekend ongeveer € 725,- per maand aan salaris te ontvangen, maar dit komt niet overeen met het salaris dat volgens de bankafschriften in de periode van april 2016 tot en met oktober 2016 is uitbetaald. Ook is tegengeworpen dat eiser slechts in de maand november 2016, vlak voor het indienen van de visumaanvraag, het gestelde inkomen heeft ontvangen. Gelet op het voorgaande zou het naar het oordeel van de rechtbank onredelijk zijn om van eiser te verlangen dat hij de in beroep overgelegde stukken eerder in de procedure inbrengt. De rechtbank neemt deze stukken dan ook mee in haar beoordeling.
APPLICATION FOR VISIT VISA TO THE NETHERLANDS AS A PARTNER OF AN EU CITIZEN”. Omdat de aanvraag moet worden gezien als een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf, is volgens eiser de Gezinsherenigingsrichtlijn [1] van toepassing. Verweerder betwist dat eiser een machtiging tot voorlopig verblijf heeft aangevraagd en dat de Gezinsherenigingsrichtlijn van toepassing is.