ECLI:NL:RBDHA:2017:15650
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ghrib
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel voor Cubaanse homoseksueel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Cubaanse eiser die een verblijfsvergunning asiel aanvroeg. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die stelde dat de eiser niet voldoende had aangetoond dat hij bij terugkeer naar Cuba te vrezen had voor vervolging. De eiser, geboren in 1990, voerde aan dat hij zijn land had verlaten vanwege zijn homoseksualiteit en de daarmee samenhangende problemen, waaronder discriminatie en geweld door de autoriteiten en de samenleving. Tijdens de zitting op 19 december 2017 was de eiser niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig om de zaak te bepleiten.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris het asielrelaas van de eiser geloofwaardig had geacht, maar dat er geen sprake was van een reëel risico op vervolging bij terugkeer naar Cuba. De rechtbank stelde vast dat de eiser niet had aangetoond dat hij in Cuba niet kon functioneren op maatschappelijk en sociaal gebied, en dat hij geen onderwijs, werk, huisvesting of gezondheidszorg was ontzegd vanwege zijn seksuele geaardheid. De rechtbank concludeerde dat de situatie in Cuba voor homoseksuelen de laatste tijd was verbeterd en dat de eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade zou lopen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.