ECLI:NL:RBDHA:2017:15664
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ghrib
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: beroep ongegrond verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 december 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, die een asielaanvraag had ingediend op 29 augustus 2017, was eerder op illegale wijze de buitengrens van de lidstaten via Italië overgestoken en had in Duitsland een verzoek om internationale bescherming ingediend, dat was afgewezen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door eiser.
Tijdens de zitting op 19 december 2017 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was aanwezig. De rechtbank heeft overwogen dat de Duitse autoriteiten op 21 september 2017 waren verzocht om eiser terug te nemen op basis van de Dublinverordening. Aangezien Duitsland niet binnen de gestelde termijn reageerde, werd de verantwoordelijkheid van Duitsland bevestigd op 6 oktober 2017. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat Duitsland zijn verdragsverplichtingen niet zou nakomen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat de overdracht aan Duitsland zou leiden tot een schending van zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris in redelijkheid had kunnen besluiten om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.