ECLI:NL:RBDHA:2017:15669
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ghrib
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in Dublin-zaak
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2017, betreft het een asielaanvraag van eiser die op 7 juli 2017 is ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat eiser op 20 mei 2017 de buitengrens van de lidstaten via Italië illegaal heeft overschreden. De Italiaanse autoriteiten hebben op 3 oktober 2017 ingestemd met de overname van eiser op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris.
Tijdens de zitting op 19 december 2017 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Italië zich houdt aan internationale verplichtingen. Eiser heeft niet aangetoond dat er tekortkomingen zijn in het asiel- en opvangsysteem in Italië die een risico op schending van artikel 3 van het EVRM met zich meebrengen.
De rechtbank concludeert dat er geen reden is om af te wijken van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen grond is voor het oordeel dat de overdracht aan Italië in strijd is met het EVRM. Eiser heeft ook niet kunnen aantonen dat er bijzondere omstandigheden zijn die de overdracht onevenredig hard zouden maken. Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat het gebruik van een niet-registertolk door de staatssecretaris voldoende gemotiveerd is en dat eiser niet in zijn belangen is geschaad.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en zijn er geen gronden voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.