ECLI:NL:RBDHA:2017:15675

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
9 januari 2018
Zaaknummer
NL17.14019
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
  • J. Ghrib
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens vertrek eiser met onbekende bestemming

Op 19 december 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak NL17.14019, waarbij het beroep van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn asielaanvraag niet in behandeling zou worden genomen. Tijdens de zitting op dezelfde datum zijn zowel eiser als zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de verweerder wel aanwezig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 11 december 2017 geregistreerd staat als 'met onbekende bestemming vertrokken'. Dit gegeven heeft de rechtbank doen concluderen dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Aangezien eiser niet is verschenen en er geen procesbelang meer is, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is.

De rechtbank heeft verder overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na verzending van het proces-verbaal.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL17.14019
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 december 2017 in de zaak tussen

[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer] ,

(gemachtigde: mr. J. Eliya),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A.B. van Steijn).

Procesverloop

Bij besluit van 30 november 2017 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2017.
Eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting medegedeeld dat eiser sinds 11 december 2017 staat geregistreerd als ‘met onbekende bestemming vertrokken’. Nu eiser, noch zijn gemachtigde, ter zitting is verschenen, stelt hij kennelijk geen prijs meer op een inhoudelijke beoordeling van de door hem tegen het bestreden besluit ingestelde rechtsmiddelen. Reeds hierom heeft eiser geen rechtens te beschermen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het door hem ingestelde beroep.
Nu het procesbelang is komen te ontvallen, zal het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J. Ghrib, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Nobel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 19 december 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van verzending van het proces-verbaal van deze uitspraak of na de dag van plaatsing daarvan in het digitale dossier. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.