ECLI:NL:RBDHA:2017:16260
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid van Frankrijk onder het Dublin-systeem
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris heeft zich beroepen op het Dublin-systeem, waarbij Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser, omdat hij daar een visum heeft gekregen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij aan Frankrijk wordt overgedragen.
Tijdens de zitting op 20 december 2017 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was aanwezig. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De rechtbank overweegt dat eiser niet heeft aangetoond dat er ernstige systeemfouten zijn in de asielopvang of procedure in Frankrijk die zouden leiden tot een schending van artikel 4 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie. Bovendien blijkt uit medische rapportage dat eiser, ondanks zijn MS en rolstoelgebruik, zelfredzaam is en geen ziekenhuisopname nodig heeft.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet gehouden is om aanvullende garanties te vragen aan Frankrijk met betrekking tot de opvang en medische behandeling van eiser. De door eiser aangevoerde bijzondere individuele omstandigheden zijn niet onderbouwd en de rechtbank ziet geen aanleiding om de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de aanvraag aan Nederland toe te kennen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na verzending van het proces-verbaal.