ECLI:NL:RBDHA:2017:16273
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Sleeswijk Visser-de Boer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit staatssecretaris over rechtmatig verblijf van Bulgaarse gemeenschapsonderdaan
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 november 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van een Bulgaarse vrouw tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiseres, die sinds 6 september 2012 in Nederland verblijft, heeft nooit rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan gehad. De staatssecretaris stelde vast dat eiseres geen arbeid in loondienst of als zelfstandige heeft verricht en ook niet als werkzoekende of economisch niet-actieve gemeenschapsonderdaan kan worden aangemerkt. Eiseres ontving sinds 21 juli 2016 een bijstandsuitkering, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet betekent dat zij over voldoende middelen van bestaan beschikte gedurende haar verblijf in Nederland. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldeed aan de vereisten voor rechtmatig verblijf en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor EU-burgers om aan specifieke voorwaarden te voldoen om rechtmatig verblijf in Nederland te behouden, inclusief het beschikken over toereikende bestaansmiddelen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.