ECLI:NL:RBDHA:2017:16343
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen politierechter in strafzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2017 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die als verdachte in een strafzaak was verschenen, had de politierechter, mr. G.J. Schiffers-Hanssen, gewraakt. De verzoeker stelde dat de politierechter vooringenomen was, omdat zij hem tijdens de zitting had geïnterrumpeerd en opmerkingen had gemaakt over zijn gebruik van een mobiele telefoon in de zittingszaal. De politierechter had de verzoeker meerdere keren onderbroken om de orde in de zittingszaal te handhaven en had gewezen op het verbod op het maken van opnames. De verzoeker voerde aan dat deze opmerkingen en onderbrekingen duidden op een gebrek aan onpartijdigheid.
De wrakingskamer heeft de feiten en omstandigheden die door de verzoeker zijn aangevoerd, beoordeeld. Het oordeel was dat de verzoeker onvoldoende bewijs had geleverd voor de stelling dat de politierechter vooringenomen was. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De wrakingskamer concludeerde dat de handelingen van de politierechter binnen de grenzen van haar bevoegdheden lagen en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat het proces in de hoofdzaak voortgezet kan worden. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de betrokken partijen werden op de hoogte gesteld van de uitkomst.