Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 juni 2017, tegen de eerste rolzitting van 21 juni 2017, met producties 1 tot en met 7;
- het ter rolzitting van 21 juni 2017 tegen gedaagde verleende verstek.
Rechtbank Den Haag
Op 19 juli 2017 heeft de Rechtbank Den Haag een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen [A], eisende partij, en de vereniging Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers (NGTV), gedaagde partij. De eisende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. Stevers, had de NGTV aangeklaagd vanwege een uitspraak van de Tuchtcommissie van 7 maart 2013, die volgens de eisende partij in strijd was met het Tuchtreglement van de NGTV. De procedure begon met een dagvaarding op 8 juni 2017, waarna de gedaagde partij niet verscheen op de rolzitting van 21 juni 2017, wat leidde tot het verlenen van verstek.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de uitspraak van de Tuchtcommissie onterecht was en heeft de NGTV bevolen om een nieuwe beslissing te nemen over de ingediende klacht van de eisende partij. Daarnaast is de gedaagde partij verplicht om een rectificatie te plaatsen in haar verenigingsblad 'De Linguaan' en is er een dwangsom opgelegd voor het niet naleven van deze verplichtingen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde partij onrechtmatig heeft gehandeld door de uitspraak van de Tuchtcommissie en de publicatie daarvan, wat heeft geleid tot schade voor de eisende partij.
De rechtbank heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten en heeft de vorderingen van de eisende partij toegewezen, met uitzondering van enkele andere vorderingen die zijn afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.