ECLI:NL:RBDHA:2017:16472

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2017
Publicatiedatum
12 april 2018
Zaaknummer
09/997354-11
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Faillissementsfraude door touroperator met valse facturen en overeenkomsten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 november 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als feitelijk leidinggever van de touroperator [bedrijf ] B.V. is beschuldigd van faillissementsfraude. De verdachte heeft zijn onderneming opzettelijk failliet laten gaan in het hoogseizoen, kort nadat hij via valse facturen en overeenkomsten een bedrag van € 800.000 naar Turkse bankrekeningen had overgemaakt. Dit leidde tot aanzienlijke schade voor 164 reizigers die moesten worden gerepatrieerd door de Stichting Garantiefonds Reisgelden, en 1.700 andere reizigers wiens vakanties niet doorgingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met zijn partner feitelijk leiding heeft gegeven aan de vennootschap en dat er sprake was van een schijnconstructie om gelden te onttrekken aan de failliete boedel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, waarbij de ernst van de feiten en de schade voor de gedupeerden zwaar zijn meegewogen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/997354-11
Datum uitspraak: 20 november 2017
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
verblijvende: [adres] ,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 19 november 2013 (regie) en van 6 november 2017 (inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. A. Rogaar en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. D.W.H.M. Wolters, advocaat te Hoofddorp, en door de verdachte naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting medegedeeld dat zij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is, kort samengevat, ten laste gelegd dat hij tezamen en in vereniging met zijn partner [medeverdachte] feitelijk leiding heeft gegeven aan [bedrijf ] B.V., welke vennootschap de volgende strafbare feiten heeft gepleegd:
  • het in de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 maart 2011 tezamen en in vereniging met [bedrijf 3] (hierna: [bedrijf 3] ) gebruik maken van een tweetal valse overeenkomsten met [bedrijf 3] (feit 1, primair), facturen van [bedrijf 3] (feit 2, primair) en facturen aan klanten van [bedrijf ] B.V. (feit 3, primair);
  • het in de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 tezamen en in vereniging met [bedrijf 2] B.V. onttrekken van een bedrag van € 837.384,-- aan de boedel ter verkorting van rechten van de schuldeisers (feit 4, primair).
Subsidiair zijn deze feiten aan verdachte ten laste gelegd, niet als feitelijk leidinggever van [bedrijf ] B.V., maar als medepleger.
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding [1]
De volgende feiten kunnen op grond van de gebruikte bewijsmiddelen – zoals genoemd in de voetnoten – als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben ter terechtzitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de bewijsvraag.
Over [bedrijf ]
B.V. was een touroperator die in Nederland vliegvakanties naar Turkije aanbood. [bedrijf ] B.V. is op 31 december 2004 opgericht. Sinds de oprichting tot aan de datum van het faillissement op 14 juli 2009 is [bedrijf 2] B.V., gevestigd te Rijpwetering, enig bestuurder en aandeelhouder geweest. Sinds de oprichting van [bedrijf 2] B.V. tot aan het faillissement waren verdachte en [medeverdachte] de directeuren van die rechtspersoon. [2]
Op 17 maart 2009 heeft verdachte namens [bedrijf 2] B.V. en namens [bedrijf ] B.V. een management overeenkomst ondertekend waarbij verdachte door [bedrijf 2] B.V. aan [bedrijf ] B.V. als werknemer ter beschikking werd gesteld per 1 januari 2005. [3]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de betalingen bij [bedrijf ] B.V. verrichtte, dat hij de vliegtuigstoelen, hotelaccommodaties en transfers inkocht en dat hij de feitelijk leidinggever was van [bedrijf ] B.V. [4]
[bedrijf ] B.V. kocht hotelovernachtingen en transfers van de luchthaven naar de hotels in via lokale agenten (incoming agents) zoals bijvoorbeeld [incoming agent 1] en [incoming agent 2] . Namens [incoming agent 1] sloot [betrokkene 1] overeenkomsten met [bedrijf ] B.V. [betrokkene 1] is een jeugdvriend van verdachte.
In de periode van 12 december 2008 tot 20 januari 2009 was [bedrijf ] BV niet aangesloten bij de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR). [5]
Over [bedrijf 3]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij begin 2009 samen met [betrokkene 1] het plan had opgevat om [bedrijf 3] op te richten om extra inkomsten te genereren. [6]
Uit een uittreksel van 13 april 2011 van de Turkse Kamer van Koophandel volgt dat de aandeelhouders van [bedrijf 3] op dat moment waren: [betrokkene 2] en [betrokkene 3] (tevens general manager). [7] [betrokkene 2] en [betrokkene 3] zijn de zus en de broer van verdachte. [8]
De relatie tussen [bedrijf ] B.V. en [bedrijf 3]
Verdachte heeft op 1 juni 2009 namens [bedrijf ] B.V. een overeenkomst gesloten met [betrokkene 1] als vertegenwoordiger van [bedrijf 3] . In deze overeenkomst is vastgelegd dat [bedrijf ] B.V. garandeert om in de periode van 25 juni 2009 tot en met 22 augustus 2009 3.230 vliegtuigstoelen van [bedrijf 3] af te nemen. De stoelen moeten steeds uiterlijk twee weken voor vertrek worden betaald. [9] [10]
Voorts heeft verdachte namens [bedrijf ] B.V. een
agenturvertragafgesloten met [betrokkene 1] als vertegenwoordiger van [bedrijf 3] , zijnde
incoming agent. De overeenkomst is gedateerd op 14 juni 2009. In deze overeenkomst wordt overeengekomen dat [bedrijf ] B.V. in de periode van 1 juli 2009 tot 31 december 2009 voor wat betreft hotelovernachtingen voor het gebied Antalya met niemand anders zaken zal doen dan met [bedrijf 3] . [bedrijf ] B.V. garandeert een passagiersaantal van minstens 1.500 personen. [11]
In de administratie van [bedrijf ] B.V. zijn facturen afkomstig van [bedrijf 3] aangetroffen. In het dossier zijn deze opgenomen als D-024 tot en met D-065. [12] Op de facturen D-024 tot en met D-053 staat vermeld dat [bedrijf 3] in de maand juli 2009 hotelaccommodaties en transfers heeft geleverd aan [bedrijf ] B.V. Op de facturen D-054 tot en met D-065 staat vermeld dat [bedrijf 3] in de periode 25 juni 2009 tot en met 22 augustus 2009 3445 vliegtuigstoelen heeft geleverd. [13] Op de facturen staat onder meer vermeld dat het vliegtuigstoelen betreft van onder meer de volgende vluchten van Transavia:
  • HV701 van 4 juli 2009 (Amsterdam – Antalya);
  • HV951 van 7 juli 2009 (Amsterdam - Antalya).
Ter terechtzitting van 6 november 2017 heeft verdachte verklaard dat de bijlagen bij de facturen van [bedrijf 3] afkomstig zijn uit de administratie [bedrijf ] B.V. [15] In deze bijlagen staan reisdetails vermeld zoals naam van de reiziger, hotel van verblijf, verblijfdata, kortingspercentages en het bedrag dat aan de reiziger is gefactureerd. [16]
Een aantal van deze facturen is nagenoeg identiek aan elkaar [17] . De datum van de facturen bedraagt telkens 15 juni 2009 dan wel 1 juli 2009, het in rekening gebrachte bedrag bedraagt telkens € 103.200,-, de subtotalen per vlucht zijn steeds gelijk en het aantal afgenomen stoelen is steeds identiek. De reisdata in deze facturen lopen van 25 juni 2009 tot en met 18 augustus 2009.
Op een computer van verdachte zijn facturen van [bedrijf 3] aan [bedrijf ] BV aangetroffen welke nog niet van data en factuurnummer waren voorzien. [18] Op deze facturen staan echter wel telkens een aantal vluchtdata en daaraan gekoppelde stoelen en prijzen vermeld. Voor een belangrijk deel komen deze niet gedateerde facturen overeen met de hiervoor genoemde wel gedateerde facturen die eveneens bij [bedrijf ] BV zijn aangetroffen.
[bedrijf ] B.V. heeft op de volgende data, de hierna te noemen bedragen overgemaakt naar bankrekeningen die te naam waren gesteld van [bedrijf 3] : [19]
15 juni 2009
€ 103.200,00 [20]
16 juni 2009
€ 107.201,61 [21]
19 juni 2009
€ 155.249,81 [22]
19 juni 2009
€ 145.386,56 [23]
30 juni 2009
€ 103.200,00 [24]
7 juli 2009
€ 163.147,25 [25]
8 juli 2009
€ 60.000,00 [26]
€ 837.385,23
Op de computer in de woning van verdachte is een Excel-overzicht aangetroffen van de bijboekingen en afboekingen van een bankrekening van [bedrijf 3] . [27] In het Excel-overzicht is een kolom opgenomen waarboven staat vermeld: ‘VERTALING OMSCHRIJVING’. In deze kolom staat bij de datum van 10.06.2009 vermeld: ‘Beginstand GEBRUIKER’ en bij 05.01.2010: ‘Eindstand GEBRUIKER’. Op het overzicht staat ook vermeld dat op de volgende data de volgende bedragen afkomstig van [bedrijf ] B.V. zijn bijgeboekt: [28]
  • 22 juni 2009 155.249,81;
  • 22 juni 2009 145.385,56;
  • 8 juli 2009 163.147,25;
  • 9 juli 2009 60.000,00.
Over het faillissement
Bij brief en fax van 9 juli 2009 heeft verdachte aan Stichting Garantiefonds Reisgelden gemeld dat [bedrijf ] B.V. niet meer in staat is om haar schuldeisers te voldoen. [29]
Op 9 juli 2009 heeft [bedrijf ] B.V. haar eigen faillissement aangevraagd. [30] Op 14 juli 2009 heeft de rechtbank ’s-Gravenhage [bedrijf ] B.V., statutair gevestigd te Leiden en feitelijk gevestigd te Hoofddorp, in staat van faillissement verklaard en mr. [curator] , gevestigd te Leiden, als curator aangesteld. [31]
De fysieke administratie is door verdachte ongeveer twee maanden na het faillissement aan de curator overgelegd. [32]
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten - voor wat betreft de primaire varianten - wettelijk en overtuigend bewezen. Ten aanzien van feit 3 heeft zij aangevoerd dat de valsheid volgt uit de volgende omstandigheden:
  • er zit een veel langere tijd tussen de boekdatum en de factuurdatum dan gebruikelijk was;
  • uit onderzoek van Stichting Garantiefonds Reisgelden (hierna ook: SGR) in de boekhouding van [bedrijf ] B.V. is gebleken dat in de periode dat [bedrijf ] B.V. was geroyeerd, nieuwe facturen zijn opgemaakt met een boekingsdatum en factuurdatum die is gelegen in de periode dat [bedrijf ] B.V. wel lid was van SGR;
  • werkneemster [betrokkene 4] van [bedrijf ] B.V. heeft verklaard dat de reden daarvan was gelegen in het omboeken van reserveringen om onder de garantieregeling te vallen.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Ter onderbouwing heeft de raadsman aangevoerd dat [bedrijf 3] daadwerkelijk vliegtuigstoelen en hotelovernachtingen/transfers heeft geleverd zoals is gefactureerd; van valse overeenkomsten en facturen is dan ook geen sprake. Er zijn daadwerkelijk reizigers op vakantie geweest die bij [bedrijf ] B.V. een reis hadden geboekt. Het feit dat er meer vliegtuigstoelen zijn ingekocht dan waren verkocht had onder meer te maken met de ‘stoelenhandel’ nadien, daar hield [bedrijf ] B.V. zich immers ook mee bezig. Verdachte wist pas op 7 juli 2009 dat [bedrijf ] B.V. failliet zou gaan. Alle betalingen aan [bedrijf 3] zijn gedaan voor 7 juli 2009. De op de rekeningafschriften vermelde data van 7 juli 2009 en 8 juli 2009 betreffen valutadata, niet zijnde data van overboeking.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Vrijspraak feit 3
SGR heeft een lijst overgelegd van personen die een reis bij [bedrijf ] B.V. hebben geboekt in de periode dat [bedrijf ] B.V. was geroyeerd als lid, en die dus niet onder de garantieregeling vielen (D-80). De rechtbank constateert echter dat de personen die op de in de tenlastelegging vermelde facturen staan vermeld voor een groot gedeelte niet voorkomen op deze door de SGR overgelegde lijst. Voor zover deze personen wel voorkomen op de lijst van de SGR, is de vertrekdatum op de factuur anders dan de vertrekdatum op de lijst van de SGR. De rechtbank leidt hieruit af dat het kennelijk ging om
anderedan wel
gewijzigdereizen, zoals door verdachte ter terechtzitting ook is verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt in het dossier enig bewijs dat de facturen die in de tenlastelegging zijn genoemd, zijn ‘omgeboekt’ dan wel zijn gepostdateerd en ten onrechte zijn voorzien van een SGR logo. De verklaring van [betrokkene 4] op dit punt is onvoldoende, omdat deze verklaring niet wordt ondersteund door bescheiden in het dossier. De enkele vaststelling dat er sprake is van een geruime tijdsduur tussen boekings- en factuurdatum heeft, in het licht van het voorgaande, ook onvoldoende bewijswaarde. Aldus kan niet bewezen worden dat verdachte al dan niet als feitelijk leidinggever van [bedrijf ] B.V. facturen valselijk heeft opgemaakt, dan wel heeft vervalst. Verdachte zal integraal worden vrijgesproken van dit feit.
Feiten 1, 2 en 4
Getuige [getuige 1] , hoofd juridische zaken en externe betrekkingen van Transavia, heeft verklaard dat 99% van de vluchten wordt verkocht aan Nederlandse touroperators en direct aan particulieren. [bedrijf 3] komt niet voor in de administratie van Transavia. Stoelen op de volgende vluchten zijn aan de hierna genoemde touroperators verkocht [33] :
- HV701 van 4 juli 2009 (Amsterdam – Antalya)
aan: Corendon;
- HV951 van 7 juli 2009 (Amsterdam - Antalya);
Aan: Corendon en Sundio.
[getuige 2] , directeur van Corendon, heeft verklaard dat hij [bedrijf 3] niet kent. Op bovengenoemde vluchten heeft Corendon 106 respectievelijk 110 stoelen gekocht van Transavia. Corendon heeft geen van deze stoelen doorverkocht aan [bedrijf 3] noch aan [bedrijf ] B.V. [34] [getuige 3] , financieel directeur van Sundio, heeft verklaard dat [bedrijf 3] niet in de administratie van Sundio voor komt. Van de stoelen op vlucht HV951 van 7 juli 2009 heeft Sundio geen vliegtuigstoelen doorverkocht. [35]
[betrokkene 5] , supervisor reserveringen bij [bedrijf ] B.V., die onder meer verantwoordelijk was voor het controleren van de inkoopfacturen en de contacten met
incoming agents, kent [bedrijf 3] niet als incoming agent. [36]
Na het afsluiten van de exclusieve overeenkomst met [bedrijf 3] per 1 juni 2009, heeft [bedrijf ] B.V. nog hotelbedden gekocht bij
incoming agents[incoming agent 1] en [incoming agent 2] tot en met vertrekdatum 7 juli 2009. [37]
Uit de administratie van [bedrijf ] B.V. en de facturen van [bedrijf 3] volgt dat [bedrijf ] B.V. 3455 vliegtuigstoelen had ingekocht terwijl er 1520 vliegtuigstoelen aan reizigers waren verkocht. Voor specifiek de maand juli 2009 had [bedrijf ] B.V. 1655 vliegtuigstoelen gekocht van [bedrijf 3] terwijl er 1019 aan klanten waren gekocht. [38]
[getuige 4] , directeur van SGR, heeft verklaard dat ten aanzien van reizigers die via [bedrijf ] B.V. een reis hadden geboekt en die ten tijde van het faillissement in Turkije waren, de terugvlucht niet was betaald. [39] SGR heeft 164 personen gerepatrieerd vanuit Turkije na het faillissement van [bedrijf ] B.V. [40]
Overwegingen ten aanzien van feiten 1, 2 en 4
Op de computer van verdachte zijn niet gedateerde facturen van [bedrijf 3] aangetroffen (D-203). Deze niet gedateerde facturen komen qua data, aantal stoelen en prijzen voor een belangrijk deel overeen met een aantal, in de administratie van [bedrijf ] BV aangetroffen facturen (D-060 t/m D-064). Het in bezit hebben van nog niet volledig opgemaakte facturen van [bedrijf 3] past naar het oordeel van de rechtbank niet bij een normale, zakelijke, verhouding tussen aanbieder en afnemer van diensten.
De in de administratie van [bedrijf ] BV aangetroffen gedateerde facturen (D-055, D-056, D-059 tot en met D-064) zijn bovendien alle nagenoeg identiek. Daarnaast zijn deze facturen opgemaakt op 15 juni 2009 en 1 juli 2009 en daarmee alle kort voor het faillissement van [bedrijf ] BV. Verdachte heeft geen overtuigende verklaring kunnen geven over het in bezit hebben van de ongedateerde concept facturen, noch over de opmerkelijke overeenkomsten in de facturen.
De rechtbank stelt verder vast dat uit de hiervoor vermelde verklaringen van Transavia, Corendon en Sundio volgt dat het
niet mogelijk isdat [bedrijf 3] voor onder meer de vluchten:
  • HV701 van 4 juli 2009 (Amsterdam – Antalya);
  • HV951 van 7 juli 2009 (Amsterdam - Antalya);
vliegtuigstoelen aan [bedrijf ] B.V heeft geleverd. Voorts geldt dat [bedrijf ] B.V., volgens facturen van [bedrijf 3] , kort voor het faillissement veel meer vliegtuigstoelen ingekocht heeft, dan dat zij verkocht had aan reizigers. Dit terwijl voor de in Turkije aanwezige reizigers die een terugreis hadden geboekt na de melding van betalingsonmacht van [bedrijf ] B.V., geen terugreis was geboekt. Deze reizigers moesten immers worden gerepatrieerd door de SGR. Voorts is gebleken dat er voor vertrekkende reizigers tot de datum melding van betalingsonmacht, ondanks het contract met [bedrijf 3] , nog bij andere
incoming agentswerd ingekocht. Dit alles, mede gelet op het feit dat [betrokkene 5] - bij [bedrijf ] B.V. verantwoordelijk voor inkoopfacturen en contactpersoon ten aanzien
incoming agents- geen contact met [bedrijf 3] heeft gehad en ook de facturen van [bedrijf 3] nooit eerder heeft gezien. kan de rechtbank tot geen andere conclusie brengen dan dat [bedrijf 3] vliegtuigstoelen noch accommodaties en transfers heeft geleverd aan [bedrijf ] B.V. en dat de in de tenlastelegging genoemde facturen aldus vals zijn.
Nu het naar het oordeel van de rechtbank eenvoudigweg nooit de bedoeling van partijen is geweest dat [bedrijf 3] vliegtuigstoelen en hotelaccommodaties/transfers aan [bedrijf ] B.V. zou leveren, acht zij ook de in de tenlastelegging vermelde overeenkomsten beide vals.
Opzet
Uit de omstandigheden dat verdachte – volgens zijn eigen verklaring – [bedrijf 3] in 2009 heeft opgericht met [betrokkene 1] met het doel om meer omzet te behalen, zijn broer en zus de enige formele bestuurders waren van [bedrijf 3] , verdachte zicht had op de financiën bij [bedrijf 3] en zelfs – volgens zijn eigen verklaring – een onjuiste betaling bij [bedrijf 3] wilde nagaan, leidt de rechtbank af dat verdachte in vergaande mate zeggenschap had over de bedrijfsvoering van [bedrijf 3] . Verdachte heeft vervolgens namens [bedrijf ] B.V. valse overeenkomsten met [bedrijf 3] afgesloten, valse facturen van [bedrijf 3] geaccordeerd voor betaling en binnen een maand € 837.385,23 aan [bedrijf 3] betaald voor niet geleverde diensten. Alles overziend concludeert de rechtbank dat met de oprichting van [bedrijf 3] sprake is geweest van het opzetten van een schijnconstructie om door middel van valse documenten gelden over te kunnen boeken naar [bedrijf 3] De opzet op de tenlastegelegde handelingen is hiermee gegeven.
Feitelijk leidinggeven
Uit het dossier alsmede de eigen verklaring van verdachte volgt dat hij, gelet op zijn formele positie binnen [bedrijf ] B.V. en de feitelijke rol die hij binnen de vennootschap had, als feitelijk leidinggever kan worden aangemerkt.
Conclusie
Op grond van al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er wettig en overtuigend bewijs is voor het onder feit 1 en 2
primairtenlastegelegde, waarbij geldt dat [bedrijf ] B.V. de genoemde overeenkomsten en facturen voorhanden heeft gehad, heeft gebruikt en heeft afgeleverd door deze aan de curator over te leggen, aan welke gedragingen verdachte feitelijk leiding heeft gegeven.
Ter bedrieglijke verkorting van de rechten van schuldeisers
De rechtbank overweegt dat verdachte als feitelijk leidinggevende van [bedrijf ] B.V. een bedrag van € 837.385,23 heeft overgemaakt naar [bedrijf 3] terwijl daar geen rechtsgeldige titel voor bestond. Vervolgens heeft hij zelf het faillissement van [bedrijf ] B.V. aangevraagd. Gelet op de datum van ondertekening van de overeenkomst met [bedrijf 3] op 1 juni 2009 concludeert de rechtbank dat verdachte in ieder geval op die datum het plan had om het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan te vragen en aldus toen op de hoogte was van het naderende faillissement van [bedrijf ] B.V. De rechtbank is van oordeel dat uit al het voorgaande volgt dat hierbij sprake is geweest van een vooropgezet plan, om op deze wijze voornoemd geldbedrag buiten de failliete boedel te houden. Ook feit 4 acht de rechtbank derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Tezamen en in vereniging met [medeverdachte] ?
De rechtbank heeft in het dossier onvoldoende aanknopingspunten gevonden waaruit zou moeten blijken dat medeverdachte [medeverdachte] als feitelijk leidinggever van [bedrijf ] B.V. kan worden aangemerkt. De rechtbank spreekt verdachte van deze onderdelen in de tenlastelegging vrij.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
1.
[bedrijf ] B.V.
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
1
juni 2009 tot en met 14 juli 2009in
de gemeenteRijpwetering en/of in
de
gemeenteHoofddorp en/of in
de gemeenteLeiden
, (in elk geval) in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 3]
en/of [bedrijf 2]
B.V. en/of (een) ander(en), althans alleen,
(telkens)opzettelijk gebruik heeft
/hebbengemaakt van en
/ofen
/ofvoorhanden heeft
/hebbengehad, een vals
of vervalstcontract
van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
en
/ofeen vals
of vervalst
Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) , zijnde
(een)geschrift
(en
),
dat/die bestemd
is/zijn om tot bewijs van enig feit te
dienen,
bestaande die valsheid
of vervalsing (telkens)hierin dat
-zakelijk
weergegeven-met het valse
of vervalstecontract van [bedrijf ] B.V. met
[bedrijf 3]
) de suggestie werd gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij
[bedrijf 3]
) vliegtuigstoelen werden ingekocht en/of
bestaande die valsheid
of vervalsing (telkens)hierin dat
-zakelijk
weergegeven-met het valse
of vervalsteAgenturvertrag van [bedrijf ] B.V.
met [bedrijf 3]
) de suggestie werd gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij
[bedrijf 3]
) accommodaties en/of transfers werden ingekocht
terwijl aan het voorgenoemde valse
of vervalstecontract van [bedrijf ] B.V.
met [bedrijf 3]
) en
/ofhet voorgenoemde valse
of vervalsteAgenturvertrag van
[bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
)
(telkens):
- geen reële overeenkomst
(en)tot verlening van een of meer dienst(en) ten
grondslag heeft
/hebbengelegen
of
en
/of
bestaande het gebruik maken van het voorgenoemde valse
of vervalstecontract
van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) en
/ofhet voorgenoemde valse
of
vervalsteAgenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) eruit
dat op basis van dit contract en
/ofdit Agenturvertrag
(telkens
)gelden
(in
het zicht van het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan de
faillissementsboedel onttrokken werden
en) werden overgeboekt (naar een
bankrekening in Turkije)
en
/of
bestaande het voorhanden hebben, afleveren en gebruik maken van het
voorgenoemde valse
of vervalstecontract van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) en
/ofhet voorgenoemde valse
of vervalsteAgenturvertrag van [bedrijf ]
B.V. met [bedrijf 3]
) eruit dat deze zijn verstrekt aan de curator,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte
(telkens), tezamen en/of in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of
(een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft/hebben gegeven, dan welaan
welke bovenomschreven verboden gedraging
(en
)verdachte
(telkens
) tezamen en/of
in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of (een) ander(en), althans
alleen, (telkens)feitelijk
eleiding heeft
/hebbengegeven;
2.
[bedrijf ] B.V.
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van
1
juni 2009 tot en met 14 juli 2009, in
de gemeenteRijpwetering en/of in
de
gemeenteHoofddorp en/of in
de gemeenteLeiden
, (in elk geval) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 3]
) en/of (een) ander(en),
althans alleen,
(telkens)opzettelijk gebruik heeft
/hebbengemaakt van en
/ofheeft
/hebben
afgeleverd en
/ofvoorhanden heeft
/hebbengehad, 41,
althans een of meervalse
of vervalstefactu
(u)ren van [bedrijf 3]
) aan [bedrijf ] B.V. , zijnde
(een)geschrift
(en
),
dat/die bestemd
is/zijn
om tot bewijs van enig feit te dienen,
bestaande die valsheid
of vervalsing (telkens
)hierin dat
-zakelijk
weergegeven-met
devalse
of vervalstefactu
(u)r
(en
)de suggestie werd
gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij [bedrijf 3]
) vliegtuigstoelen
werden ingekocht en/of
bestaande die valsheid
of vervalsing (telkens
)hierin dat
-zakelijk
weergegeven-met
devalse
of vervalstefactu
(u)r
(en
)de suggestie werd
gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij [bedrijf 3]
) accommodaties
en/of transfers werden ingekocht
terwijl aan
devoorgenoemde factu
(u)r
(en
) (telkens
):
- geen reële overeenkomst
(en
)tot verlening van een of meer dienst
(en
)ten
grondslag
heeft/hebben gelegen en/of
- de vereiste wilsovereenkomst voor een rechtsgeldige overeenkomst (telkens)
heeft/hebben ontbroken,
en
/of
bestaande het gebruik maken van de voorgenoemde valse
of vervalste
factu
(u)r
(en
)eruit dat op basis van die factu
(u)r
(en
) (telkens)gelden
(in
het zicht van het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan de
faillissementsboedel onttrokken werden
en) werden overgeboekt (naar (een)
bankrekening(en) in Turkije)
en
/of
bestaande het voorhanden hebben, afleveren en gebruik maken van het
voorgenoemde valse of vervalste factu
(u)r
(en
)eruit dat deze
(telkens)zijn
verstrekt aan de curator,
aan welke bovenomschreven verboden gedraging
(en
)verdachte
(telkens) tezamen en/of in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, (telkens)feitelijk
eleiding heeft
/hebbengegeven;
4.
[bedrijf ] B.V
. op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1
jni 2009 tot en met 14 juli 2009in
de gemeenteRijpwetering en/of in
de gemeenteHoofddorp
, (in elk geval) in Nederland en/of in Antalya en/of in
Adapazari, (in elk geval) in Turkije
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of (een)
ander(en), althans alleen,
welke voornoemde rechtspersoon op 14 juli 2009 in staat van faillissement is
verklaard bij vonnis van de rechtbank te Den Haag ,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van die [bedrijf ]
B.V.
(telkens
)enig geldbedrag (ten bedrage van in totaal (minimaal)
837.384,-) opzettelijk aan de boedel van die
[bedrijf ] B.V. heeft
/hebben (doen)onttrokken door
(telkens
)een
geldbedrag
(en)over te
(laten)boeken naar
(een)bankrekening
(en
) (met
ibanrekeningnummer [IBAN 1] en/of met ibanrekeningnummer
[IBAN 2] ) (van [bedrijf 3]
) in Turkije,
en/of (telkens) ter gelegenheid van het faillissement of (telkens) op één of
meer tijdstip(pen) waarop [bedrijf ] B.V. tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, wist(en) dat het faillissement niet kon worden
voorkomen, één van de schuldeisers, (namelijk [bedrijf 3]
),op enige wijze
bevoordeeld heeft door (telkens)eengeldbedrag (ten bedrage van in totaal
(minimaal) 837.384,-) over te (laten) boeken naar (een) bankrekening(en)
(met ibanrekeningnummer [IBAN 1] en/of met
ibanrekeningnummer [IBAN 2] ) (van [bedrijf 3](Turizm (ve
[bedrijf 3] ) in
Turkije,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte
(telkens), tezamen en/of in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of
(een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft/hebben gegeven, dan welaan
welke bovenomschreven verboden gedraging
(en
)verdachte
(telkens) tezamen en/of
in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens)feitelijk
e
leiding heeft
/hebbengegeven;
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de primair ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden met aftrek.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair bepleit om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De raadsman heeft voorts gewezen op de overschrijding van de redelijke termijn.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft als feitelijk leidinggever touroperator [bedrijf ] B.V. in het hoogseizoen van 2009 met het vooropgezette plan failliet laten gaan. Kort voorafgaand aan dit faillissement heeft hij door middel van valse overeenkomsten en valse facturen ruim
€ 800.000 ten onrechte naar Turkse bankrekeningen van een door hem gecontroleerde onderneming overgemaakt. Van dit geld ontbreekt elk spoor. Door het faillissement moesten 164 reizigers vanuit Turkije naar Nederland worden gerepatrieerd door tussenkomst van Stichting Garantiefonds Reizen omdat er geen terugreis was geboekt door [bedrijf ] B.V. Van 1.700 andere mensen ging de vakantiereis niet door. Met zijn handelwijze heeft verdachte willens en wetens de reizigers en anderen aanzienlijke schade berokkend. De schaamteloze ongevoeligheid waarmee hij reizigers en andere crediteuren heeft benadeeld ter verrijking van zichzelf, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Ter terechtzitting heeft verdachte er geen blijk van gegeven dat hij het laakbare van zijn handelen inziet. Bij het bepalen van de strafmaat zal de rechtbank uitgaan van de door verdachte veroorzaakte totale schade van ruim € 1.300.000., bestaande uit de weggesluisde bedragen naar [bedrijf 3] , de schade van de SGR terzake uitgekeerde schadevergoedingen alsmede de schade van klanten van [bedrijf ] B.V. die niet onder de dekking van de SGR vielen.
Op dergelijke feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van geruime duur.
Bij het bepalen van de duur van de op te leggen straf is in aanmerking genomen dat hij, zoals blijkt uit het op zijn naam gestelde uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 17 augustus 2017 niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
In de rechtspraak is de redelijke termijn waarbinnen een zaak moet worden berecht gesteld op twee jaren. Verdachte is (per abuis) op 29 maart 2012 ervan op de hoogte geraakt dat er een strafrechtelijk onderzoek tegen hem liep. Op 24 oktober 2012 is verdachte gehoord en op 19 november 2013 heeft een regiezitting plaatsgevonden. Vervolgens is er bijna vier jaren verstreken voordat de rechter tot een eindoordeel is gekomen. De redenen daarvan (het horen van getuigen in Turkije, een beperkte zittingscapaciteit en de agenda van de verdediging) leiden tot het oordeel dat de rechtbank volstaat met de enkele constatering dat de redelijke termijn is overschreden.
Voorts neemt de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat een hoger schadebedrag in aanmerking. Tot slot geldt dat de rechtbank ‘vol’ opzet op de faillissementsfraude bij verdachte bewezen acht terwijl de officier van justitie uit is gegaan van voorwaardelijk opzet. Alles afwegend, en gelet op de LOVS richtlijnen, komt de rechtbank tot het oordeel dat een hogere gevangenisstraf dan door de officier van justitie gevorderd is, geboden is, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen

Curator mr. [curator]
De curator van de gefailleerde [bedrijf ] B.V., mr. [curator] heeft een vordering tot vergoeding van schade namens de schuldeisers van de boedel van [bedrijf ] B.V. ingediend van € 1.164.186,90.
De rechtbank overweegt dat, wanneer de faillissementscurator optreedt namens de gezamenlijke schuldeisers van de gefailleerde die rechtstreeks schade hebben geleden door een strafbaar feit, de faillissementscurator uit hoofde van diens bijzondere positie als vertegenwoordiger van de gezamenlijke schuldeisers bevoegd is voor de belangen van deze schuldeisers in rechte op te komen. De rechtbank is echter van oordeel dat het gevorderde onvoldoende is onderbouwd. Behandeling en beoordeling van de vordering zou naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding met zich brengen. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering. De benadeelde partij kan zijn vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee, dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank begroot op nihil.
Stichting Garantiefonds Reisgelden
Stichting Garantiefonds Reisgelden heeft een vordering tot vergoeding van schade ingediend van € 1.051.165 terzake van schadeloosstellingen aan reizigers die bij [bedrijf ] B.V. een reis hadden geboekt. Naar het oordeel van de rechtbank is de door Stichting Garantiefonds Reisgelden geleden schade, gelet op het feit dat zij in haar hoedanigheid als garantiefonds dient te worden aangemerkt als gesubrogeerde, niet aan te merken als rechtstreekse schade in de zin van artikel 51a Sv. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Dit brengt mee, dat de benadeelde partij dient te worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken, welke kosten de rechtbank begroot op nihil.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 51, 57, 225 en 343 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3. primair en 3. subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1. primair, 2. primair en 4. primair tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 primair:
valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2 primair:
valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4 primair:
bedrieglijke bankbreuk, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijk leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 27 (ZEVENENTWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat de benadeelde partij curator [curator] niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
bepaalt dat de benadeelde partij Stichting Garantiefonds Reisgelden niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. Chr.A.J.F.M. Hensen, voorzitter,
mr. C.W. de Wit, rechter,
mr. Y.C. Bours, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. B. Schaafsma, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 november 2017.
Bijlage
1. tenlastelegging
Bijlage 1. tenlastelegging
1.
[bedrijf ] B.V. op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 30 maart 2011 in de gemeente Rijpwetering en/of in de
gemeente Hoofddorp en/of in de gemeente Leiden, (in elk geval) in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 3]
en/of [bedrijf 2]
B.V. en/of (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, een vals of vervalst contract
van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
(D-010) en/of een vals of vervalst
Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) (D-21), zijnde
(een) geschrift(en), dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te
dienen,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste contract van [bedrijf ] B.V. met
[bedrijf 3]
) de suggestie werd gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij
[bedrijf 3]
) vliegtuigstoelen werden ingekocht en/of
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V.
met [bedrijf 3]
) de suggestie werd gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij
[bedrijf 3]
) accommodaties en/of transfers werden ingekocht
terwijl aan het voorgenoemde valse of vervalste contract van [bedrijf ] B.V.
met [bedrijf 3]
) en/of het voorgenoemde valse of vervalste Agenturvertrag van
[bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
(telkens):
- geen reële overeenkomst(en) tot verlening van een of meer dienst(en) ten
grondslag heeft/hebben gelegen en/of
- de vereiste wilsovereenkomst voor een rechtsgeldige overeenkomst (telkens)
heeft/hebben ontbroken,
en/of
bestaande het gebruik maken van het voorgenoemde valse of vervalste contract
van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
en/of het voorgenoemde valse of
vervalste Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) eruit
dat op basis van dit contract en/of dit Agenturvertrag (telkens) gelden (in
het zicht van het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan de
faillissementsboedel onttrokken werden en) werden overgeboekt (naar een
bankrekening in Turkije)
en/of
bestaande het voorhanden hebben, afleveren en gebruik maken van het
voorgenoemde valse of vervalste contract van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) en/of het voorgenoemde valse of vervalste Agenturvertrag van [bedrijf ]
B.V. met [bedrijf 3]
) eruit dat deze zijn verstrekt aan de curator,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte
(telkens), tezamen en/of in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of
(een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan
welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en/of
in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of (een) ander(en), althans
alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft/hebben gegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 51 Wetboek van Strafrecht;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008
tot en met 30 maart 2011, in de gemeente Rijpwetering en/of in de gemeente
Hoofddorp en/of in de gemeente Leiden, (in elk geval) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf ] B.V. en/of [bedrijf 2]
B.V. en/of [bedrijf 3]
) en/of (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, een vals of vervalst contract
van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) (D-010) en/of een vals of
vervalst Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) (D-21), zijnde
(een) geschrift(en), dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te
dienen,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste contract van [bedrijf ] B.V. met
[bedrijf 3]
) de suggestie werd gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij
[bedrijf 3]
) vliegtuigstoelen werden ingekocht en/of
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V.
met [bedrijf 3]
) de suggestie werd gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij
[bedrijf 3]
) accommodaties en/of transfers werden ingekocht,
terwijl aan het voorgenoemde valse of vervalste contract van [bedrijf ]
B.V. met [bedrijf 3]
) en/of het voorgenoemde valse of vervalste
Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) (telkens):
- geen reële overeenkomst(en) tot verlening van een of meer dienst(en) ten
grondslag heeft/hebben gelegen en/of
- de vereiste wilsovereenkomst voor een rechtsgeldige overeenkomst (telkens)
heeft/hebben ontbroken,
en/of
bestaande het gebruik maken van het voorgenoemde valse of vervalste contract
van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
) en/of het voorgenoemde
valse of vervalste Agenturvertrag van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
)
eruit dat op basis van dit contract en/of dit Agenturvertrag (telkens) gelden
(in het zicht van het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan de
faillissementsboedel onttrokken werden en) werden overgeboekt (naar (een)
bankrekening(en) in Turkije)
en/of
bestaande het voorhanden hebben, afleveren en gebruik maken van het
voorgenoemde valse of vervalste contract van [bedrijf ] B.V. met [bedrijf 3]
en/of het voorgenoemde valse of vervalste Agenturvertrag van [bedrijf ]
B.V. met [bedrijf 3]
) eruit dat deze (telkens) zijn verstrekt aan de
curator;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
2.
[bedrijf ] B.V. op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 30 maart 2011, in de gemeente Rijpwetering en/of in de
gemeente Hoofddorp en/of in de gemeente Leiden, (in elk geval) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 3]
) en/of (een) ander(en),
althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, 41, althans een of meer valse
of vervalste factu(u)ren van [bedrijf 3]
) aan [bedrijf ] B.V. (D-nr
054 t/m 065, 24 t/m 53), zijnde (een) geschrift(en), dat/die bestemd is/zijn
om tot bewijs van enig feit te dienen,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste factu(u)r(en) de suggestie werd
gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij [bedrijf 3]
) vliegtuigstoelen
werden ingekocht (D-54 t/m 65) en/of
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste factu(u)r(en) de suggestie werd
gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij [bedrijf 3]
) accommodaties
en/of transfers werden ingekocht (D-nr 24 t/m 53)
terwijl aan het voorgenoemde factu(u)r(en) (telkens):
- geen reële overeenkomst(en) tot verlening van een of meer dienst(en) ten
grondslag heeft/hebben gelegen en/of
- de vereiste wilsovereenkomst voor een rechtsgeldige overeenkomst (telkens)
heeft/hebben ontbroken,
en/of
bestaande het gebruik maken van de voorgenoemde valse of vervalste
factu(u)r(en) eruit dat op basis van die factu(u)r(en) (telkens) gelden (in
het zicht van het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan de
faillissementsboedel onttrokken werden en) werden overgeboekt (naar (een)
bankrekening(en) in Turkije)
en/of
bestaande het voorhanden hebben, afleveren en gebruik maken van het
voorgenoemde valse of vervalste factu(u)r(en) eruit dat deze (telkens) zijn
verstrekt aan de curator,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte
(telkens), tezamen en/of in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden
gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en/of in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijke leiding heeft/hebben gegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 51 Wetboek van Strafrecht;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008
tot en met 30 maart 2011, in de gemeente Rijpwetering en/of in de gemeente
Hoofddorp en/of in de gemeente Leiden, (in elk geval) in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf ] B.V. en/of [bedrijf 2]
B.V. en/of [bedrijf 3]
en/of (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, 41, althans een of meer valse
of vervalste factu(u)ren van [bedrijf 3]
) aan [bedrijf ] B.V. (D-nr
054 t/m 065, 24 t/m 53), zijnde (een) geschrift(en), dat/die bestemd is/zijn
om tot bewijs van enig feit te dienen,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste factu(u)r(en) de suggestie werd
gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij [bedrijf 3]
) vliegtuigstoelen
werden ingekocht (D-54 t/m 65) en/of
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met het valse of vervalste factu(u)r(en) de suggestie werd
gewekt dat er door [bedrijf ] B.V. bij [bedrijf 3]
) accommodaties
en/of transfers werden ingekocht (D-nr 24 t/m 53)
terwijl aan het voorgenoemde factu(u)r(en) (telkens):
- geen reële overeenkomst(en) tot verlening van een of meer dienst(en) ten
grondslag heeft/hebben gelegen en/of
- de vereiste wilsovereenkomst voor een rechtsgeldige overeenkomst (telkens)
heeft/hebben ontbroken,
en/of
bestaande het gebruik maken van de voorgenoemde valse of vervalste
factu(u)r(en) eruit dat op basis van die factu(u)r(en) (telkens) gelden (in
het zicht van het faillissement van [bedrijf ] B.V. aan de
faillissementsboedel onttrokken werden en) werden overgeboekt (naar (een)
bankrekening(en) in Turkije)
en/of
bestaande het voorhanden hebben, afleveren en gebruik maken van het
voorgenoemde valse of vervalste factu(u)r(en) eruit dat deze (telkens) zijn
verstrekt aan de curator;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
3.
[bedrijf ] B.V. op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 30 maart 2011, in de gemeente Rijpwetering en/of in de
gemeente Hoofddorp en/of in de gemeente Leiden, (in elk geval) in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 3]
) en/of [bedrijf 2]
B.V. en/of (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, 86, althans 1 of meer,
boekingsbevestiging(en) tevens factu(u)r(en) van [bedrijf ] B.V. aan haar
klant(en) na boeking van de vakantie (D217 t/m D302), zijnde (een)
geschrift(en), dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat -zakelijk
weergegeven- met de voorgenoemde valse of vervalste boekingsbevestiging
tevens factuur telkens de suggestie werd gewekt dat de vakantieboeking onder
de garantie van SGR viel terwijl dit in werkelijkheid niet zo was
en/of
bestaande het voorhanden hebben en/of afleveren en/of het gebruik maken van
de voorgenoemde boekingsbevestiging(en) tevens factu(u)r(en) van [bedrijf ]
B.V. uit het (telkens) verstrekken aan de curator en/of uit het
(telkens) verstrekken aan de klanten van [bedrijf ] B.V.,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte
(telkens), tezamen en/of in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of
(een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan
welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen
en/of in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijke
leiding heeft/hebben gegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 51 Wetboek van Strafrecht;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008
tot en met 30 maart 2011, in de gemeente Rijpwetering en/of in de gemeente
Hoofddorp en/of in de gemeente Leiden, (in elk geval) in Nederland
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf ] B.V. en/of [bedrijf 2]
B.V. en/of [bedrijf 3]
en/of (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft/hebben gemaakt van en/of heeft/hebben
afgeleverd en/of voorhanden heeft/hebben gehad, 86, althans 1 of meer,
boekingsbevestiging(en) tevens factu(u)r(en) van [bedrijf ] B.V. aan haar
klant(en) na boeking van de vakantie (D217 t/m D302), zijnde (een)
geschrift(en), dat/die bestemd is/zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
bestaande die valsheid of vervalsing (telkens) hierin dat –zakelijk
weergegeven- met de voorgenoemde valse of vervalste boekingsbevestiging tevens
factuur telkens de suggestie werd gewekt dat de vakantieboeking onder de
garantie van SGR viel terwijl dit in werkelijkheid niet zo was
en/of
bestaande het voorhanden hebben en/of afleveren en/of het gebruik maken van de
voorgenoemde boekingsbevestiging(en) tevens factu(u)r(en) van [bedrijf ]
B.V. uit het (telkens) verstrekken aan de curator en/of uit het (telkens)
verstrekken aan de klanten van [bedrijf ] B.V.;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
4.
[bedrijf ] B.V. op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1
januari 2008 tot en met 31 december 2009, in de gemeente Rijpwetering en/of in
de gemeente Hoofddorp, (in elk geval) in Nederland en/of in Antalya en/of in
Adapazari, (in elk geval) in Turkije
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of (een)
ander(en), althans alleen,
welke voornoemde rechtspersoon op 14 juli 2009 in staat van faillissement is
verklaard bij vonnis van de rechtbank te Den Haag (D-015),
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van die [bedrijf ]
B.V. (telkens) enig geldbedrag (ten bedrage van in totaal (minimaal)
837.384,-) (D-085 t/m D-090, pag 40 dossier) opzettelijk aan de boedel van die
[bedrijf ] B.V. heeft/hebben (doen) onttrokken door (telkens) deze/dit
geldbedrag(en) over te (laten) boeken naar (een) bankrekening(en) (met
ibanrekeningnummer [IBAN 1] en/of met ibanrekeningnummer
[IBAN 2] ) (van [bedrijf 3]
) in Turkije,
en/of (telkens) ter gelegenheid van het faillissement of (telkens) op één of
meer tijdstip(pen) waarop [bedrijf ] B.V. tezamen en in vereniging met (een)
ander(en), althans alleen, wist(en) dat het faillissement niet kon worden
voorkomen, één van de schuldeisers, (namelijk [bedrijf 3]
) op enige wijze
bevoordeeld heeft door (telkens) enig geldbedrag (ten bedrage van in totaal
(minimaal) 837.384,-) over te (laten) boeken naar (een) bankrekening(en)
(met ibanrekeningnummer [IBAN 1] en/of met
ibanrekeningnummer [IBAN 2] ) (van [bedrijf 3]
) in
Turkije,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte
(telkens), tezamen en/of in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of
(een) ander(en), althans alleen, opdracht heeft/hebben gegeven, dan wel aan
welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte (telkens) tezamen en/of
in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) feitelijke
leiding heeft/hebben gegeven;
art 341 ahf/ond a ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 341 ahf/ond a ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 51 Wetboek van Strafrecht;
art 341 ahf/ond a ahf/sub 3° Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2008
tot en met 31 december 2009, in de gemeente Rijpwetering en/of in de gemeente
Hoofddorp, (in elk geval) in Nederland en/of in Antalya en/of in Adapazari,
(in elk geval) in Turkije
(telkens) tezamen en in vereniging met [bedrijf 2] B.V. en/of (een)
ander(en), althans alleen,
als bestuurder van de rechtspersoon [bedrijf ] B.V., welke voornoemde
rechtspersoon op 14 juli 2009 in staat van faillissement is verklaard bij
vonnis van de rechtbank te Den Haag,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van die [bedrijf ]
B.V. (telkens) enig geldbedrag (ten bedrage van in totaal (minimaal)
837.384,-) opzettelijk aan de boedel van die [bedrijf ] B.V. heeft/hebben
(doen) onttrokken door (telkens) deze/dit geldbedrag(en) over te (laten)
boeken naar (een) bankrekening(en) (met ibanrekeningnummer
[IBAN 1] en/of met ibanrekeningnummer
[IBAN 2] ) (van [bedrijf 3]
) in Turkije en/of
(telkens) ter gelegenheid van het faillissement en/of (telkens) op één of
meer tijdstip(pen) waarop hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens)
[IBAN 2] ) (van [bedrijf 3]
) in Turkije en/of
(telkens) ter gelegenheid van het faillissement en/of (telkens) op één of
meer tijdstip(pen) waarop hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens)
wist(en) dat het faillissement niet kon worden voorkomen, één van de
schuldeisers, (namelijk [bedrijf 3]
op enige wijze bevoordeeld heeft door
(telkens) enig geldbedrag (ten bedrage van in totaal (minimaal) 837.384,-)
over te (laten) boeken naar (een) bankrekening(en) (met ibanrekeningnummer
[IBAN 1] en/of met ibanrekeningnummer
[IBAN 2] ) (van [bedrijf 3]
) in Turkije;
Art 343 ahf/sub 1 Wetboek van strafrecht
Art 343 ahf/sub 3 Wetboek van strafrecht
Art 47 Wetboek van Strafrecht;
art 341 ahf/ond a ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met dossiernummer 47569, van de politiedienst/FIOD-ECD, kantoor Utrecht, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 1662).
2.D-001, p. 643- 645 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 november 2017
3.D-009, p. 654-657.
4.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 november 2017.
5.Faillissementsverslag, D-011, p 664-665
6.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 november 2017.
7.D-023, p. 867.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 november 2017.
9.D-010, p. 658-662.
10.AH-16, p. 243.
11.D-021, p. 861-864.
12.D-024 tot en met D-065, p. 868 - p. 952.
13.AH-16, p. 241.
14.D-057 en D-058, p. 943-944
15.Verklaring van verdachte ter terechtzitting op 6 november 2017.
16.D-024, p. 870 e.v.
17.D-055, D-056, D-059 tot en met D-064
18.D-203
19.D-159, p. 1122.
20.D-085, p. 996.
21.D-086, p. 997.
22.D-087, p. 998.
23.D-087, p. 998.
24.D-088, p. 999.
25.D-089, p. 1000.
26.D-090, p. 1001.
27.OPV-01, p. 22.
28.D-199, p. 1181 en p. 1182.
29.D-008, p. 651 en 652.
30.D-015, p. 725-727.
31.D-015, p. 723 en p. 724.
32.G07-01, p. 607.
33.G01-01, p. 535.
34.G02-01, p. 545.
35.G03-01, p. 557.
36.G11-01, p. 629 en 630.
37.AH-16, p. 244.
38.AH-016, p. 241 en p. 242.
39.G05-01, p. 568.
40.G05-01, p. 570.