ECLI:NL:RBDHA:2017:16753
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in kort geding met betrekking tot de onpartijdigheid van de voorzieningenrechter
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 22 december 2017 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoeker], vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. D.J.B. Bosscher, tegen de voorzieningenrechter mr. A.C. Olland. De wraking was gebaseerd op de stelling dat de voorzieningenrechter partijdig was door een verzoek tot het horen van getuige mr. R. van Biezen af te wijzen. De wrakingskamer oordeelde dat de beslissing van de voorzieningenrechter om mr. Van Biezen niet als getuige te horen, moet worden aangemerkt als een processuele beslissing en dat dergelijke beslissingen in principe geen grond voor wraking vormen. De wrakingskamer benadrukte dat alleen in uitzonderlijke gevallen, waarin de beslissing zo onbegrijpelijk is dat deze een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid oplevert, tot wraking kan worden overgegaan. De wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de voorzieningenrechter en dat het verzoek tot wraking derhalve werd afgewezen. De hoofdzaak, waarin [verzoeker] werd verzocht om het paspoort van de minderjarige zoon aan [belanghebbende] te overhandigen, kan voortgezet worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.