ECLI:NL:RBDHA:2017:2011
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de vrijheidsontnemende maatregel in het kader van asielprocedures
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken, wordt de rechtmatigheid van een vrijheidsontnemende maatregel tegen een asielzoekster beoordeeld. Eiseres, een Marokkaanse vrouw, had op 15 februari 2017 een asielaanvraag ingediend en werd op dezelfde dag in grensdetentie geplaatst. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is vastgesteld dat de toepassing van de grensprocedure in overeenstemming is met de wet. Eiseres betoogt dat er geen causale relatie bestaat tussen de vrijheidsontnemende maatregel en het doel ervan, en dat de maatregel in strijd is met het verbod op willekeur. De rechtbank oordeelt dat de maatregel niet in strijd is met artikel 5 van het EVRM, omdat eiseres op de hoogte was van de redenen voor haar detentie en de maatregel in overeenstemming is met de wet. De rechtbank concludeert dat er geen gronden zijn voor schadevergoeding en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gedaan op 2 maart 2017.