ECLI:NL:RBDHA:2017:2296
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- M.E. Groeneveld - Stubbe
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding tussen Staatsloterij en Loterijverlies over conservatoire beslagen
In deze zaak, die op 10 maart 2017 werd behandeld door de Rechtbank Den Haag, heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Staatsloterij BV en Loterijverlies.nl BV. De Staatsloterij, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. Leedekerken, had een verzoek ingediend om conservatoire beslagen die op 8 en 9 maart 2017 waren gelegd door Loterijverlies, op te heffen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de conservatoire beslagen met onmiddellijke ingang moeten worden opgeheven.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter Loterijverlies verboden om opnieuw beslag te leggen op de Staatsloterij, tenzij er gewijzigde omstandigheden zijn, en dit onderhevig aan een dwangsom van € 1.000.000,- per overtreding. Tevens is Loterijverlies verplicht om bij eventuele verzoeken tot het leggen van conservatoir beslag een afschrift van dit vonnis te overleggen, met dezelfde dwangsom als sanctie. De voorzieningenrechter heeft het maximum aan te verbeuren dwangsommen vastgesteld op € 122.000.000,- en heeft bepaald dat deze dwangsommen vatbaar zijn voor matiging door de rechter.
Tot slot is Loterijverlies veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 1.514,42, en is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.