ECLI:NL:RBDHA:2017:2480
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Weigering vergoeding van medicatie aan een ambtenaar met PTSS
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een voormalig militair, en de minister van Defensie over de weigering van vergoeding voor de medicatie Amitripyline en Lormetazepam. Eiser, die sinds 1978 in dienst was bij de Koninklijke Luchtmacht, heeft na zijn uitzending naar Irak in 2006-2007 te maken gekregen met een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS) en andere gezondheidsklachten. De minister heeft de aanvraag voor vergoeding van de medicatie afgewezen, omdat de klachten waarvoor de medicijnen zijn voorgeschreven niet gerelateerd zijn aan de dienstverbandaandoening van eiser.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 16 februari 2017 is eiser niet verschenen, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig. De rechtbank heeft de medische rapporten in overweging genomen, waaronder een rapport van psychiater P.J.H. Notten, waarin werd gesteld dat er geen causaal verband bestaat tussen de klachten van eiser en zijn militaire dienst. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de medicatie niet kan worden vergoed, omdat de klachten al voor de uitzending aanwezig waren en niet zijn verergerd door de militaire dienst.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.