ECLI:NL:RBDHA:2017:3187
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Terecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting en de vereisten voor tijdige betaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd. Eiser had op 11 oktober 2016 zijn auto geparkeerd aan de Driekant te Zoetermeer, een locatie waar betaald parkeren verplicht was. Tijdens een controle om 17:03 uur constateerde een parkeercontroleur dat er geen parkeerkaartje in de auto aanwezig was en dat de auto niet voor betaald parkeren was aangemeld. Hierop werd een naheffingsaanslag van € 61,45 opgelegd, bestaande uit € 1,45 aan parkeerbelasting en € 60,00 aan kosten.
Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze naheffingsaanslag, maar zijn bezwaren werden ongegrond verklaard door de heffingsambtenaar van de gemeente Zoetermeer. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij onverwijld en ononderbroken handelingen had verricht om de parkeerbelasting tijdig te betalen. De rechtbank benadrukte dat de belastingplichtige enige tijd moet krijgen om uitvoeringshandelingen te verrichten, maar dat deze handelingen onverwijld na het parkeren moeten worden gestart.
De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat eiser niet tijdig had gehandeld. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.