3.4De beoordeling van de tenlastelegging
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 omstreeks 21.00 à 21.15 uur in de uitgaansgelegenheid Cin Cin in het Oostenrijkse wintersportgebied Gerlos was en dat hij vechtgeluiden hoorde. Hij kreeg het gevoel dat iemand hem in zijn gezicht stak. Daarna is hij achterover van de trap gevallen en buiten bewustzijn geraakt.
Over het letsel van [slachtoffer] blijkt uit het gerechtelijk geneeskundig rapport van mevr.
A. Univ. Prof. Dr. Marion Pavlic, beëdigd en gerechtelijk gecertificeerd deskundige,
d.d. 1 februari 2016, de volgende medische informatie:
[slachtoffer] heeft een uitgebreide perforerende snijwond aan de linker oogbol met uittreding van netvlies en adervlies, snijwonden aan een oogspier en het linker bovenste ooglid, alsook twee snijwonden van 6 respectievelijk 8 cm lang aan de linkerwang opgelopen.
De verwondingen zijn het gevolg van toepassing van geweld met een scherp voorwerp. Hiervoor komt in principe afgebroken glas, bijvoorbeeld een afgebroken bierfles, in aanmerking. Daarvan getuigen ook de gevoelige, schramvormige huidwonden die bij het onderzoek additioneel vastgesteld zijn op de linkerwang. Op grond van de verwondingslocaties moet ervan uitgegaan worden dat er ten minste tweemaal geweld is toegepast.
Aan het linker oog zijn de oogvliezen, de oogbol en de snijwond aan de binnenste ooghoek van het bovenste ooglid operatief gereconstrueerd. Niet ingeschat kan worden in hoeverre het gezichtsvermogen zal regenereren. Er moet uitgegaan worden van blijvende gevolgen.
De verwondingen aan de wang hebben vertakkingen van de gezichtszenuw getroffen. Dit brengt verlammingsverschijnselen van de wang, de mondhoek of het ooglid met zich. Nog niet ingeschat kan worden of er van deze kant gevolgen van blijvende aard zullen zijn.
Wanneer een slachtoffer wordt aangevallen met een afgebroken bierflesje in het gebied van het gezicht / de hals, heeft de dader het niet in de hand welke gebieden verwond worden respectievelijk tot hoe diep het letsel uiteindelijk zal gaan. Er bestaat hier het concrete risico dat de grote bloedvaten open gaan, wat dan levensgevaarlijke gevolgen, zoals doodbloeden of een veneuze luchtembolie zal hebben.
Uit een brief van drs. P.A.W.J.F. Schellekens, oogarts bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht, d.d. 2 september 2016, blijkt dat aangever op 2 februari 2016 en 3 mei 2016 is geopereerd en op 28 juni 2016 de laatste poliklinische controle heeft gehad.
Hoewel nog niet sprake is van een medische eindtoestand, kan worden aangenomen dat de centrale gezichtsscherpte van het linkeroog verloren is gegaan en dat behoud van de oogbol met enige gezichtsveldfunctie op dit moment het hoogst haalbare is.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 met [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] en verdachte op vakantie was in Gerlos en met hen naar de club Cin Cin is gegaan. Volgens [getuige 1] was verdachte behoorlijk dronken. [getuige 1] heeft verklaard dat hij voor de club een discussie met drie mannen heeft gehad over zijn snowboard. Hierover vertelde hij zijn vrienden in de club, onder wie verdachte. Toen [getuige 1] in de Cin Cin in de richting van de wc liep, kwam verdachte achter hem aan. [getuige 1] kwam de groep van de drie mannen weer tegen en raakte in gesprek met hen. Hierbij heeft hij verdachte verteld dat dit diegenen waren met wie hij over het snowboard had gesproken. [getuige 1] heeft zich omgedraaid naar de mannen en heeft met hen verder gepraat. Na 15 tot 20 seconden bemerkte [getuige 1] dat achter hem een ruzie was ontstaan. Het heeft een paar minuten geduurd. [getuige 1] zag dat bij de trap die naar de toiletten leidt een gewonde man, die aan zijn hoofd bloedde, verzorgd werd door de beveiliging. Omdat van de beveiliging niemand de club mocht verlaten, is [getuige 1] terug gegaan naar de bar. Al zijn vrienden waren daar, behalve verdachte. Verdachte droeg een muts waarop KTM stond. De volgende ochtend heeft verdachte hen verteld dat hij iemand geslagen heeft.
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 in Gerlos naar de Cin Cin is gegaan met zijn vrienden, onder wie verdachte, die er opeens niet meer was. Op 13 januari 2016 heeft verdachte hen ’s morgens verteld dat er ruzie wegens een snowboard was geweest. Toen verdachte die avond terugkwam van de politie heeft hij gezegd dat hij bij de politie alles had toegegeven en dat hij iemand met een glas had geslagen.
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat verdachte hem op de ochtend van 13 januari 2016 heeft verteld dat er ruzie was geweest met een andere jongeman en dat hij die ander toen met een fles heeft aangevallen.
Getuige [getuige 5] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 bij Cin Cin in Gerlos was met een groep Nederlanders. Hij zag voor de club een ruzie tussen iemand met een snowboard en de hem bekende [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . In de club wilde degene met het snowboard weer een ruzie beginnen met [betrokkene 2] . Er ontstond een beetje ophef en een man met een KTM-muts, van wie later is gebleken dat het verdachte was, kwam er onmiddellijk tussen en begon onmiddellijk met zijn vuisten erop los te slaan. Volgens [getuige 5] heeft hij deze man van achteren beetgepakt, maar toen een beveiliger hem wegtrok, kwam verdachte vrij. Onmiddellijk daarna had die toen een groen flesje in zijn hand en sloeg dit kapot tegen een vensterbank bij de ingang. Verdachte liep met de kapot geslagen fles snel in de richting van de uitgang. Door het raam zag [getuige 5] verdachte buiten weglopen.
Getuige [getuige 6] heeft verklaard dat hij met een groep vrienden, onder wie [slachtoffer] , naar
Cin Cin is gegaan. Op een gegeven moment merkte hij dat er bij de trappen naar de wc een incident was ontstaan. [getuige 6] merkte dat het iets met [slachtoffer] te maken had. Men vertelde hem dat [slachtoffer] door een andere Hollander zwaar verwond was in zijn gezicht. [getuige 6] heeft verklaard dat zijn vrienden [betrokkene 2] en [betrokkene 1] daarvoor kort hadden gesproken met de vriend van de vechtersbaas.
Getuige [getuige 7] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 met drie vrienden, onder wie [slachtoffer] , naar Cin Cin is gegaan. Voor de club heeft [getuige 7] gezien dat een man met een snowboard boos werd op [betrokkene 2] , die had gezegd dat hij het slot van het snowboard gemakkelijk open zou kunnen breken. In de club is [getuige 7] aangesproken door de man met het snowboard. Hij heeft gezien dat een jonge man met een muts met KTM-opdruk alles had gadegeslagen en met zijn vuisten in de groep heeft geslagen. [getuige 7] is de club uitgelopen en heeft [slachtoffer] zien liggen op de trap naar de wc. Hij was bewusteloos en had verwondingen in zijn gezicht, een diepe snede in zijn linkerwang.
Getuige [getuige 8] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 werkzaam was in Cin Cin als beveiliger. Tegen 21.00 uur waren er problemen in het gebied van de trap die naar beneden ging naar de toiletten. Daar lag plotseling een jonge man die erg bloedde in zijn gezicht. Boven de trap waren toen andere jonge mannen in een ruzie verwikkeld.
Getuige [getuige 9] heeft verklaard dat hij op 12 januari 2016 als beveiligingsmedewerker werkte in Cin Cin in Gerlos. Plotseling bemerkte hij op 10 tot 15 meter bij hem vandaan een vechtpartij. Toen hij daar aankwam zag hij een persoon die hevig bloedend op de treden van de trap lag die leidt naar de toiletten. Hij had een grote wond in zijn gezicht. Een collega heeft de ambulance gebeld.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 12 januari 2016 met [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] en [getuige 1] in de bar Cin Cin in Gerlos was. Hij voelde zich erg dronken toen hij op een gegeven moment naar de wc ging. Op de terugweg van de wc ontmoette verdachte [getuige 1] , die hem vertelde dat een man die bij hem stond zijn snowboard wilde stelen. Deze man heeft hem uitgescholden voor “kankermoeter", waardoor verdachte zijn zelfbeheersing heeft verloren en er een vechtpartij is begonnen tussen hem en die man. Verdachte heeft verklaard dat hij een bierglas of een bierfles kapot heeft geslagen en in het gezicht van die man heeft gegooid. Toen is de beveiliging gekomen. Verdachte heeft verklaard dat hij die avond een wollen muts met het opschrift KTM droeg.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij die avond in Cin Cin werd getreiterd door jongens waardoor er ruzie is ontstaan, waarbij hij een blauw oog heeft opgelopen, dat een jongen hem heeft uitgescholden en hij hem toen een glas in zijn gezicht heeft gegooid, in zijn wang. De jongen stond op een halve meter tot een meter afstand van hem.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat het slachtoffer met een bierglas/fles in het gezicht is gestoken en al helemaal niet dat verdachte degene is geweest die het slachtoffer in het gezicht heeft gestoken, nu niemand heeft gezien dat het slachtoffer in zijn gezicht is gestoken en niemand heeft gezien dat verdachte dit zou hebben gedaan. Op basis van het dossier kan volgens de raadsvrouw niet worden uitgesloten dat verdachte verwikkeld is geweest in een andere vechtpartij met andere mensen dan aangever.
De rechtbank trekt de volgende conclusies.
Uit de hierboven weergegeven bewijsmiddelen blijkt dat op 12 januari 2016 in club Cin Cin in Gerlos een ruzie over een snowboard heeft plaatsgevonden tussen twee groepen Nederlanders; de groep van verdachte en zijn vier vrienden, met name [getuige 1] , en de groep van [slachtoffer] en zijn vrienden, met name [betrokkene 1] en [betrokkene 2] . De twee beveiligers die op 12 januari werkzaam waren in Cin Cin hebben verklaard over één incident en één slachtoffer dat hevig bloedde. Zij hebben niet verklaard over meerdere incidenten en/of slachtoffers. [getuige 5] heeft verdachte een flesje kapot zien slaan. [getuige 1] was samen met verdachte, heeft hem de groep waarmee ruzie over het snowboard was aangewezen, heeft zich omgedraaid en even later zag hij aangever gewond liggen. Volgens zijn vriend [getuige 4] heeft verdachte hem verteld dat hij iemand met een fles had aangevallen en volgens zijn vriend [getuige 3] heeft verdachte hem verteld dat hij iemand met een glas had geslagen. Verdachte heeft verklaard dat hij een fles kapot heeft geslagen en in het gezicht van die vent heeft gegooid waarbij hij die man op zijn wang heeft geraakt.
Tegen deze achtergrond en in samenhang met het bij [slachtoffer] vastgestelde letsel acht de rechtbank het verweer van de verdediging dat verdachte bij een andere vechtpartij betrokken zou zijn geweest en dat hij niet degene is geweest die het letsel heeft veroorzaakt bij [slachtoffer] , volstrekt onaannemelijk. Uit het medisch onderzoek blijkt dat het letsel van [slachtoffer] aansluit bij het steken met een kapotte bierfles, terwijl het dossier geen enkel handvat biedt dat er op hetzelfde moment een ander incident zou zijn geweest in de Cin Cin waarbij ook geweld zou zijn uitgeoefend met een kapotte bierfles op de wang van een man. Gelet op het medisch onderzoek, acht de rechtbank voorts bewezen dat er met de bierfles is gestoken en niet gegooid, nu er ten minste tweemaal geweld moet zijn toegepast.
Gelet op al de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd, is de rechtbank dan ook van oordeel dat het verdachte is geweest die [slachtoffer] met een kapot geslagen bierflesje in het gezicht heeft gestoken.
(Voorwaardelijk) opzet op de dood
De rechtbank dient te beoordelen of het handelen van verdachte had kunnen leiden tot de dood van [slachtoffer] en of verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zou intreden.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat verdachte met een scherp voorwerp, te weten een door hem kapotgeslagen bierflesje, meermalen heeft gestoken in het gezicht van het slachtoffer. Op foto’s van het gezicht van [slachtoffer] na het voorval is te zien dat hij is geraakt onder meer vlakbij zijn kaaklijn, dus in de buurt van zijn hals. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gezicht en de hals kwetsbaar gebied zijn, met onder meer de halsslagader als mogelijk te raken vitaal orgaan.
Gelet op de onoverzichtelijke situatie, te weten een drukke, volle club, waar mensen onder invloed van alcohol zijn, bestond naar het oordeel van de rechtbank de aanmerkelijke kans dat verdachte het slachtoffer met het kapotgeslagen bierflesje dodelijk zou verwonden. De gedragingen van verdachte waren naar hun uiterlijke verschijningsvorm zo zeer gericht op het raken van aangever in de gezichtstreek dat, bij gebreke aan enige contra-indicaties, het niet anders kan zijn dan dat verdachte de aanmerkelijke kans op de dood willens en wetens heeft aanvaard.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van aangever.
De rechtbank acht dan ook de primair ten laste gelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.