ECLI:NL:RBDHA:2017:4178
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Verhuurderheffing en strijdigheid met internationale verdragen
Op 20 maart 2017 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Verhuurderheffing. Eiseres, die op 1 januari 2014 57 huurwoningen in eigendom had, was in geschil over de verschuldigdheid van de verhuurderheffing over het jaar 2014. Eiseres had de aangifte verhuurderheffing ingediend en het verschuldigde bedrag van € 19.493 voldaan. Eiseres stelde dat de verhuurderheffing een inbreuk vormde op het recht van eigendom en dat er sprake was van ongeoorloofde discriminatie. De rechtbank oordeelde dat de verhuurderheffing conform de ingediende aangifte verschuldigd was en dat er geen strijd was met artikel 14 van het EVRM, artikel 26 van het IVBPR of artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM. De rechtbank verwees naar een eerdere uitspraak van 1 mei 2015 ter onderbouwing van haar oordeel. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.