Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[de man] ,
[de persoon] ,
Procesverloop
Beoordeling
Verweerder heeft de door eisers gevraagde verblijfsvergunning geweigerd omdat eisers volgens verweerder niet meer dan gebruikelijk afhankelijk zijn van referent. Verweerder stelt dat de weigering van een verblijfsvergunning daardoor niet in strijd is met artikel 8 van het EVRM.
kennelijkongegrond bezwaar en daarvan is alleen sprake als uit het bezwaarschrift reeds aanstonds (direct) blijkt dat de bezwaren ongegrond zijn en er redelijkerwijs geen twijfel mogelijk is over die conclusie. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan in dit geval geen sprake. Eisers hebben in het bezwaarschrift gemotiveerd gesteld dat volgens hen wel sprake is van een schending van artikel 8 van het EVRM. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat verweerder eisers ten onrechte niet heeft gehoord. Hieruit volgt dat het bestreden besluit is genomen in strijd met 7:2 van de Awb. Het beroep is daarom gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit.
more than normal emotional ties) tussen het meerderjarige kind en diens ouder(s). Ook Werkinstructie 2015/4 is gewijzigd.
additional elements of dependency). Het EHRM heeft dat bijvoorbeeld overwogen in rechtsoverweging 32 van het arrest in de zaak A.W. Khan tegen het Verenigd Koninkrijk [1] . De uitzondering daarop is als sprake is van jongvolwassen, nog thuiswonende kinderen, zoals aan de orde in de zaak Maslov tegen Oostenrijk [2] . In die gevallen wordt in principe aangenomen dat sprake is van beschermenswaardig gezinsleven, net als in het geval van minderjarige kinderen. Maar daarvan is in dit concrete geval geen sprake.
kunnenzorgen. De medische problemen staan niet ter beoordeling in deze procedure. Financiële ondersteuning van ouders door hun kinderen is gangbaar en dus niet bijzonder.
.