Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
V-nummer: [nummer]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2017 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S. Zwiers, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was afgewezen als kennelijk ongegrond. Dit besluit, genomen op 2 januari 2017, leidde tot beroep van de verzoeker, die tevens vroeg om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 12 januari 2017, waar de verzoeker werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. drs. J.M. Walls. De rechtbank heeft in deze uitspraak ook een andere zaak, NL17.22, behandeld, die verband hield met het beroep van de verzoeker. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank heeft vervolgens besloten het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen en verweerder te veroordelen in de proceskosten tot een bedrag van € 495, te betalen aan de verzoeker. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.